SMC32 / SMC32Y / SMC32F / SMC32YF
2.3. SMC32 en SMC32Y – Druk- en temperatuurs-
grenzen (ISO 6552)
Condenspot niet gebruiken in deze zone
Beschadiging van het binnenwerk is mogelijk bij gebruik
van de condenspot binnen deze zone
A – B BSP, NPT, SW, BW en flenzen ASME 300
A – C Flenzen volgens EN 1092 PN40
A – D Flenzen volgens ASME 150
A – E Flenzen volgens JIS/KS 20K
F – G Flenzen volgens JIS/KS 10K
Ontwerp van het huis
PMA – Maximum toelaatbare druk
TMA – Maximum toelaatbare temperatuur
Minimum toelaatbare temperatuur
PMO – Maximum werkdruk
TMO – Maximum werktemperatuur
Minimum werktemperatuur
Opmerking: raadpleeg Spirax Sarco voor lagere werktemperatuur.
Maximum koudwaterdrukproef
2.4. SMC32F en SMC32YF – Druk- en tempera-
tuursgrenzen (ISO 6552)
Stoomc
urve
Condenspot niet gebruiken in deze zone
Beschadiging van het binnenwerk is mogelijk bij gebruik
van de condenspot binnen deze zone
A – B Flenzen volgens ASME 300
A – C Flenzen volgens EN 1092 PN40
A – D Flenzen volgens ASME 150
Ontwerp van het huis
PMA – Maximum toelaatbare druk
TMA – Maximum toelaatbare temperatuur
Minimum toelaatbare temperatuur
PMO – Maximum werkdruk
TMO – Maximum werktemperatuur
Minimum werktemperatuur
Opmerking: raadpleeg Spirax Sarco voor lagere werktemperatuur.
Maximum koudwaterdrukproef
SPIRAX-SARCO BENELUX
Tel. +32 9 244 67 10
info@be.SpiraxSarco.com
www.SpiraxSarco.com/global/be
Stoom-
curve
Druk bar eff.
50 bar eff. @ 50°C
400°C @ 35 bar eff.
32 bar eff.
350°C @ 32 bar eff.
75 bar eff.
Druk bar eff.
ASME 300
50 bar eff. @ 50°C
400°C @ 35 bar eff.
32 bar eff.
350°C @ 32 bar eff.
75 bar eff.
Industriepark 5
+31 10 892 03 86
3. Montage
Opgelet: Lees eerst de "Algemene Veiligheidsinformatie" vooraan
en de "Veiligheidsinstructies" achteraan in dit document vooraleer
met de installatie en/of enig onderhoud aan te vatten.
Verzeker er u van dat het toestel geschikt is voor de toepassing
aan de hand van de naamplaat en de technische fiche:
3.1
Verifieer de materiaalgeschiktheid, de maximum en minimum
toelaatbare werkdruk en werktemperatuur in onderlinge com-
binatie. Indien de maximum gebruikslimieten van het product
lager zijn dan het systeem waarin het gemonteerd is, of wan-
neer een defecte werking van het product tot een gevaarlijke
overdruk of overtemperatuur kan leiden, dan moet het systeem
voorzien worden vaneen overdruk en/of overtemperatuurbevei-
liging.
3.2
Neem kennis van het systeem waarin het toestel zal inge-
bouwd worden. Verzeker u van de juiste stroomrichting van het
fluïdum.
3.3
Verwijder alle beschermingskappen van de aansluitingsope-
ningen en de beschermfolie van de naamplaatjes waar nodig,
vooraleer te installeren op een stoom- of andere hogetempera-
PN40
tuurstoepassing.
3.4
Monteer de condenspot, met de doorstroming in de zin van de
pijl op het huis, in een verticale of horizontale leiding. Voorzie
-60°C
net voor de condenspot een valleiding van 150 mm (zie fig.
4). Opmerking: zonder valleiding, kan, bij lage belastingen,
stoom over het condensaat stromen, de condenspot bereiken
0°C
en een stoomstop veroorzaken. We bevelen aan om bime-
taalcondenspotten enkel te gebruiken waar onderkoeling van
condensaat is toegelaten. Is een ogenblikkelijke condensaat-
afvoer noodzakelijk dan moet de condenspot vooraf worden
gegaan door een koelleiding met lengte 1 à 2 m.
3.5
Monteer steeds een terugslagklep na een condenspot die af-
blaast in een condensaatleiding met tegendruk. Meestal wordt
die tegendruk veroorzaakt door een stijgende condensaatlei-
ding. De terugslagklep voorkomt dat de stoomruimte vol-
stroomt wanneer de inlaatdruk wordt gereduceerd of afgeslo-
ten. Een terugslagklep Spirax-Sarco, type DCV41 is hiervoor
uiterst geschikt (zie fig. 4).
3.6
Installeer de nodige afsluiters voor een eenvoudig en veilig
onderhoud of vervanging van de condenspot. Open afsluiters
steeds langzaam en geleidelijk tot de normale werkingsom-
standigheden zich hebben ingesteld.
3.7
Controleer op lekken en normale werking.
3.8
Laat voldoende vrije ruimte boven het deksel voor onderhoud.
De minimaal benodigde vrije afstand voor het verwijderen van
het deksel is 51 mm. De minimaal benodigde afstand voor het
verwijderen van de zeefdop (SMC32Y en SMC32YF) is 28
mm (1 1/8").
3.9
De temperatuur van het condensaat zal verminderen indien
de condenspot loost in een condensaatleiding met tegendruk.
-60°C
Contacteer Spirax - Sarco voor meer informatie.
3.10
Lassen in de leiding: Het element (capsule) hoeft niet te
worden verwijderd op voorwaarde dat de elektrisch booglas
0°C
methode wordt gebruikt. Consulteer de relevante nationale en
internationale lasstandaarden.
Noot:
Zorg dat de afblaas naar atmosfeer op een veilige manier gebeurt.
De temperatuur kan 100°C of meer bedragen.
9052 ZWIJNAARDE
Fax +32 9 244 67 20
info@nl.SpiraxSarco.com
www.SpiraxSarco.com/global/nl
Installatie en Onderhoud
IM-P076-09 / ST-BEn-05
- 2 / 6 -