STANDAARD TELEFOONFUNCTIES
EN GESPREKKEN BEHEREN
TELEFOON IN- EN UITSCHAKELEN
Druk op
en houd ingedrukt.
N.B.: Als uw SIM-kaart door een PIN-code is beveiligd, dan wordt u
gevraagd om de PIN-code in te toetsen. Toets de PIN-code in en
druk op OK. Zie Beveiligingsinstellingen op pagina 131.
BELLEN
Verifieer of de telefoon ingeschakeld is en of het signaalsterkte
icoon tenminste één streepje vertoont
netwerkoperator logo voor het bellen verschijnt.
Voer het te bellen telefoonnummer in.
1. Voer het kengetal en het telefoonnummer vanuit stand-by in
en druk op
2. Druk op
N.B.: Druk op
Scroll tijdens een gesprek naar
oortelefoon te regelen.
Waarschuwing:Het sluiten van de klep tijdens een gesprek beëindigt
Contactkaart gebruiken om te bellen
Vanuit de Contacten toepassing:
1. Scroll naar de gewenste naam en druk op
• Selecteer het nummer dat u wilt bellen als er verschillende
telefoonnummers op de kaart zijn opgeslagen.
Informatie aan Contacten toevoegen. Zie pagina 36 .
.
om het gesprek te beëindigen.
om een cijfer te wissen.
het gesprek als de standaardinstelling actief is.
Telefoon instellen om gesprek voort te zetten als u de
klep sluit. Zie Actieve klep in Oproepinstellingen op
pagina 126.
, en of uw
of
om het volume van de
.
15