Bedrijf met slang aan de condensaansluiting
Voor langdurig bedrijf of onbewaakte ontvochtiging, moet de
meegeleverde condensafvoerslang worden aangesloten op het
apparaat.
ü De meegeleverde slang (diameter: 1/2 inch) ligt klaar.
ü Het apparaat is uitgeschakeld.
1. Schroef de afdekking van de aansluiting voor de
condensafvoerslang (3).
2. Verwijder de rubberplug.
3. Bewaar de afdekking en de rubberplug voor later gebruik.
4. Schuif een uiteinde van de slang op de slangaansluiting.
1/2''
10
5. Het andere uiteinde van de slang naar een geschikte
afvoer (bijv. afvoerputje of een voldoende groot
opvangreservoir) leiden. Zorg dat de slang niet wordt
geknikt.
Verwijder de slang als het condens weer moet worden
opgevangen via het condensreservoir. Laat de slang voor het
opslaan drogen. De slang kan in elke willekeurige
bedrijfsmodus worden aangesloten voor permanent gebruik.
Automatisch ontdooien
Bij lage omgevingstemperaturen kan de verdamper tijdens het
ontvochtigen bevriezen. Het apparaat voert dan een
automatische ontdooiing uit. Tijdens de ontdooifase wordt de
ontvochtiging kort onderbroken. De ventilator blijft draaien.
De LED Automatische ontdooien (11) brandt gedurende het
automatisch ontdooien.
De duur van het ontdooien kan variëren. Het apparaat tijdens
het automatisch ontdooien niet uitschakelen. De netstekker niet
uit het stopcontact trekken.
luchtontvochtiger TTK 90 E
NL