7.3
DE RX50L VOOR DE EERSTE KEER AANZETTEN
Volg deze instructies wanneer je het apparaat voor het eerst aanzet:
1. Controleer of er een luchtafscheider is geplaatst in de gezamenlijke cv-retour.
2. Zet het toestel aan, de ontluchtingscyclus start.
Tip!
Als er nog lucht in het cv-circuit aanwezig is, kan dit de werking van de
RX50L verstoren en verschillende alarmen genereren, Bijvoorbeeld:
• Pompdebiet alarm
• Hoge gasdruk alarm
• iPWM interface fout
• Alarm Max.therm. verw. Element
Reset het alarm en ga verder met ontluchten totdat alle lucht uit het
systeem verwijderd is.
Let op!
Voordat je verder gaat, controleer of het terugkerende alarm niet
2
daadwerkelijk een terecht alarm is. Wanneer een terecht alarm veelvuldig
gereset wordt zonder de oorzaak te verhelpen, kan er schade aan het
systeem ontstaan.
3. Controleer of alle lucht uit het cv-systeem is verdwenen.
4. Controleer de systeemdruk op de manometer (figuur 5, nr. 32).
− De druk moet tussen de 1,2 en 1,8 bar zijn.
− Vul water bij als de druk is gedaald onder 1,2 bar.
7.4
VENTILATOR INREGELEN
7.4.1
RF-VENTILATIESTURING ACTIVEREN
De snelheid van de ventilator, en daarmee het luchtdebiet waarmee wordt
geventileerd, wordt geregeld door de meegeleverde RF-ventilatiesturing. Deze
sturing wordt bediend met de RF-bedrijfskeuzeschakelaar. De schakelaar heeft 4
standen; de standen Aanwezig, Afwezig en Timer kunnen standaard gebruikt worden
en de stand Auto werkt alleen wanneer het systeem is uitgebreid met een CO
een RH-sensor.
64
en/of
²