De camera van stroom voorzien
De batterijen plaatsen
Plaats de batterijen in de camera. Gebruik twee batterijen van het type AA alkaline,
lithium, Ni-MH of nikkel/mangaan.
1
Open de klep van de batterijen/kaart.
Schuif de klep van de batterij/kaart in de richting van
automatisch openen in de richting van
2
Voer de batterijen in, let erop dat de (+) en (-) polen op de
batterijen overeenstemmen met de (+) en (-) symbolen in het
batterijcompartiment.
3
Sluit de klep van de batterij/kaart en schuif ze in de
omgekeerde richting van
• De volgende batterijen zijn niet oplaadbaar: AA alkaline, lithium en nikkel/mangaan.
• Open de klep van de batterijen/kaart niet en neem de batterijen niet uit
wanneer de camera aan staat.
• Als u de camera langere tijd niet denkt te gebruiken, verwijder dan de
batterijen. Als de batterijen lange tijd in de camera blijven zitten, kunnen ze
gaan lekken.
• Als de batterijen lange tijd uit de camera zijn gehaald kan het bericht
[Batterij leeg] verschijnen wanneer u ze terugplaatst en de camera aanzet.
Dit kan ook gebeuren wanneer u de camera voor het eerst gebruikt; dit is
echter geen storing. Schakel de camera uit, wacht een minuut en schakel
de camera daarna opnieuw in om de camera te herstellen. Mogelijk worden
hierbij ook de datum en tijd gereset.
• Plaats de batterijen op de juiste wijze. Als de batterijen verkeerd zijn geplaatst,
Indien de uiteinden van de accu's er vuil uitzien, veeg ze dan eerst af
alvorens ze in de camera te brengen.
2
als u uw vingers weghaalt.
1
.
1
. De klep zal
1
19