q
e
t
w
r
u
y
4
STARTEN MET NAAIEN
Aansluiten van de machine
LET OP:
Zorg ervoor dat u, voor het aansluiten van het netsnoer, het
juiste voltage (watt) hebt. Zoals aangegeven op uw machine.
Zet de machine uit met de knop.
Steek de stekker van het voetpedaal in het stekkerhuis van de
machine. Steek de aansluiting van het netsnoer in het
stekkerhuis van de machine en de stekker in het stopcontact.
Zet de machine aan met de knop en het licht gaat aan.
q Stroom/lichtschakelaar
w Stekker voetpedaal
e Stekkerhuis
r Netsnoer
t Stekkerhuis
y Stroom stekker
u Stopcontact
LET OP:
Zorg ervoor dat de stekker van het voetpedaal horizontaal
in de gleuf van het stekkerhuis past.
Als u de machine aanzet, geeft het scherm een testpatroon en
verschijnt daarna 01.
WAARSCHUWING:
Let op het naald/persvoetgedeelte tijdens het naaien.
Raak geen bewegende delen aan, zoals de draadhefboom,
handwiel of naald. Zet de machine altijd uit en haal de
stekker uit het stopcontact als u:
- de machine onbeheerd laat.
- delen aanbrengt of weghaalt van de machine.
- de machine schoonmaakt.
Plaats niets op het voetpedaal als u niet naait.
Aanpassen van naaisnelheid
De naaisnelheid kan aangepast worden met het voetpedaal.
Als u het harder intrapt, gaat de machine sneller naaien.
LET OP:
Houdt de voet vrij van garen, stof en losse restjes stof.
Plaats niets op het voetpedaal.