1.
Aanbevolen afstand van mogelijke storingsbronnen zoals computermonitoren of TV-toestellen is tenminste
1.5-2 meter.
2.
Plaats het weerstation niet tegen of in de onmiddelijke nabijheid van metalen kozijnen.
3.
Het gebruik van electrische producten zoals hoofdtelefoon en luidsprekers die op hetzelfde frekwentie-
signaal werken (868 MHz) kan de goede ontvangst belemmeren.
4.
Interferentie kan ook veroorzaakt worden door naburige bewoners die electronische artikelen gebruiken die
ook via het 868 MHz signaal functioneren.
Let op:
Wanneer de wekker is afgestemd op het 868 MHz zendsignaal voor de buitentemperatuur, open dan niet het
batterijvak van het weerstation of de zender, omdat de batterijen hierdoor per ongeluk los kunnen schieten van
de contactpinnetjes, zodat het toestel gedwongen wordt te herstarten. Gebeurt dit toch, herstart dan beide
toestellen (zie Opstarten boven) anders kunnen ontvangstproblemen ontstaan.
Het zendbereik van de buitenzender naar het weerstation is maximaal 100 meter (in het vrije veld). Dit hangt
echter ook af van omgevingsfactoren. Als ontvangst niet mogelijk is, ondanks het in acht nemen van deze
factoren, herstart dan beide toestellen (zie Opstarten).
PLAATSEN EN BEVESTIGEN VAN DE TOESTELLEN
Het weerstation biedt de keuze op tafel te worden gezet of aan de muur te worden
opgehangen. Alvorens aan de muur op te hangen a.u.b. controleren of de buitengegevens
van de gewenste posities kunnen worden ontvangen. Ophangen aan muur:
1.
Draai een schroef (niet meegeleverd) in de muur en laat de kop ongeveer 5mm
uitsteken.
2.
Hang het weerstation op aan de schroef via het gaatje in de achterkant. Trek het
weerstation voorzichtig naar beneden op de schroef.
110