Inbouw :
De schakeling moet op een goede bereikbare plek in de buurt van de te sturen keerlus onder de baan worden
aangebracht.
Aansluiting:
De voedingsspanning van de keerlusautomaat wordt aan de twee linker klemmen aangesloten. De voeding moet direkt aan de
centrale eenheid (ringleiding) aangesloten worden. De keerlus wordt aan de beide middelste klemmen aangesloten.
Mochten er bij het functioneren van de SLX805 problemen ontstaan dan ligt dat meestal aan de aansluitingen resp. aan
contactproblemen van het rail en rijdend materieel. Omdat de microkortsluiting zich tot een bepaalde hoogte opbouwen moet is
een goede geleiding noodzakelijk. Bij problemen is het aan te raden de keerlus en de aangrenzende trajecten in de buurt van de
onderbrekingen te voeden.
Bij het gebruik van bezetmelders is de SLX805 na de bezetmelder aan te sluiten zodat er maar 1 spoortraject als keerlus fungeert.
De keerlusautomaat SLX805 kan ook dmv een functiedecoder SLX826 of SLX808 met impulsstroom direkt aangestuurd worden.
Hierbij kan een functieuitgang van een functiedecoder met de klemmen 1, 0 en 2 verbonden worden. Dit is bij verschillende
Computer Programma's (bijv. MES Modellbahnsteuerung) zinvol, daar deze de keerlussen direkt aansturen kunnen. Op deze manier
wordt er bij computerbedrijf de keerlus vanuit de PC gestuurd en bij manueel bedrijf van uw modelspoorbaan funtioneert de
keerlusautomaat dmv de microkortsluiting .