3. Zeg één van de keuzes in de telefoon die u wilt gebruiken: Voice Dial, Naam
opzoeken of Open (menuoptie).
SPRAAKGESTUURD BELLEN
Naambellen
Bellen door de naam van de persoon te zeggen die u wilt bellen:
1. Druk op
2. Na het verzoek om "Opdracht geven", moet u "Spraakgestuurd kiezen" zeggen.
3. Na het verzoek "Zeg de naam of nummer", moet u de volledige naam van een
persoon in uw Contactenlijst zeggen, zowel de voornaam als de achternaam.
4. De naam wordt herhaald en de telefoon begint te bellen.
• Als er meer dan één nummer voor het Contact is vermeld, dan moet u de titel
van het nummer zeggen.
Nummerbellen
Bellen door het telefoonnummer te zeggen:
1. Zeg na het verzoek "Naam of nummer zeggen" de cijfers van het telefoonnummer
dat u wilt bellen zonder tussen de cijfers te pauzeren.
2. Als de telefoon het nummer herkent, wordt dit herhaald en begint de telefoon te
bellen.
Als de telefoon niet zeker is van het nummer, dan verschijnt er een lijst met keuzes en
vraagt de telefoon "Zei u...?" en geeft de eerste keuze weer.
• Als het nummer juist is, moet u "Ja" zeggen. Als het nummer verkeerd is, moet u
"Nee" zeggen om naar het volgende nummer te luisteren of door de lijst bladeren
en het juiste nummer selecteren.
NAAM OPZOEKEN
Zoek de contactinformatie op van een persoon in uw contactenlijst zonder het nummer
automatisch te bellen.
1. Druk op
2. Na het verzoek om "Opdracht geven", moet u "Naam opzoeken" zeggen.
3. Na het verzoek "Zeg de naam of nummer", moet u de volledige naam van een
persoon in uw Contactenlijst zeggen, zowel de voornaam als de achternaam.
4. De gegevens van het contact verschijnen op het scherm.
MENUOPTIE OPENEN
Open een menuoptie door "Open" te zeggen en hierna de naam van de gewenste
menuoptie te zeggen.
1. Druk op
2. Na het verzoek"Opdracht geven", moet u "Open" zeggen en hierna de naam van
de toepassing, bijvoorbeeld "Berichten".
3. De menuoptie wordt geopend.
Zie Spraakopdracht instellingen op pagina 136 om menu's te openen.
104
en houd ingedrukt.
en houd ingedrukt.
en houd ingedrukt.