Inhoudsopgave
Advertenties
8 Instellingen
Fase
4
5
Tab.82
Toegang
>
Installateur >
Systeeminstallatie >
Warmtepomp >
Energiebeheer
92
Remeha Hera Hybrid
Beschrijving van de werking
Alle generatoren zijn uitgezet.
De systeemtemperatuur (gemeten temperatuur) zal dalen. Als de gemeten temperatuur = richttem
peratuur -2 °C, wordt de warmtepomp onmiddellijk ingeschakeld. Tegelijkertijd wordt de vertraging t1
geactiveerd.
Indien na afloop van de vertraging t1 de gemeten temperatuur meer dan 2 °C lager is dan de richt
temperatuur, wordt een bijverwarmingsopdracht afgegeven en start fase 1 op.
De warmtepomp en de bijverwarming werken parallel samen tot de richttemperatuur is bereikt.
Parameter
Beschrijving
Min. buitentemp.
Minimum buitentemperatuur voor stoppen
WP
van warmtepomp: Minimum bedrijfstempe
(HP051)
ratuur voor de buitenunit.
Bijverwarming in de zwembadmodus
Het laten werken van de bijverwarming in de zwembadmodus is
vergelijkbaar met het laten werken van de bijverwarming in de
verwarmingsmodus (hydraulische bijverwarming).
Werking van de bijverwarming tijdens een storing van de
buitenunit
Als er een storing optreedt op de buitenunit tijdens een systeem-
warmtevraag, start de ketel of de elektrische bijverwarming onmiddellijk op
om het verwarmingscomfort te garanderen.
Werking van de back-up tijdens het ontdooien van de
buitenunit
Wanneer de buitenunit wordt ontdooid, zorgt het bedieningspaneel voor
een volledige bescherming van het systeem door eventueel de back-up op
te starten.
Als de back-up niet voldoende is om voor bescherming van de buitenunit
tijdens het ontdooien te zorgen, wordt de buitenunit uitgeschakeld.
Werkingsprincipe als de buitentemperatuur beneden de
bedrijfstemperatuurdrempel van de buitenunit daalt
Als de buitentemperatuur lager is dan de minimale bedrijfstemperatuur
van de buitenunit, zoals die is bepaald door de parameter Min.
buitentemp. WP (HP051), krijgt de buitenunit geen toestemming om te
werken.
Als het systeem bezig is met het uitvoeren van een opdracht, start de
bijverwarmingsketel onmiddellijk op om het verwarmingscomfort te
garanderen.
8.4.2
Naverwarming in de sanitair-warmwatermodus
Startvoorwaarden voor de back-up
De parameters Functie blok.ingang (AP001) en Bl 2 invoerinstell (AP100)
zijn niet ingesteld op 4(Backup vrijgegeven), 6 (WP & back-up ontlast) of 8
(Alleen fotovolt. WP).
De startvoorwaarden voor de bijverwarming die sanitair warm water
produceert, worden beschreven in de volgende tabel.
Fabrieksinstelling
-15 °C voor 4,5 kW
-15 °C voor 6 kW
-20 °C voor 8 kW
-20 °C voor 11 kW
-20 °C voor 16 kW
7763607 - v02 - 07072020
Advertenties
Inhoudsopgave
