ald, zal hij definitief uitgaan, anders vervolgt de koelfase.
• Als de kachel regelmatig is uitgegaan.
8.9
GEEN ENERGIE
• Na een black-out van de elektrische energie van minder dan 10 seconden, keert de kachel terug naar het vermogen waarop
hij ingesteld was.
• Na een black-out van de elektrische energie van meer dan 10 seconden, treedt de kachel de fase binnen. Na afloop van de
koelfase gaat de kachel automatisch opnieuw van start met de diverse fasen.
8.10 MENU INSTELLINGEN
Handel als volgt om in te grijpen op het instellingenmenu:
• Druk op de toetsen + -
• Loop het met de pijlen < > langs en selecteer "Kamertemp.Inst" of "Snelheid Conv. Vent. 1" of "Snelheid Conv. Vent. 2" of
"Comfort Mode" of "Vlam"
• Druk op "menu" om de gekozen optie binnen te gaan.
• Wijzig met de toetsen + -.
• Druk op "menu" om te bevestigen en op "esc" om te verlaten.
Kamertemp.Inst - met deze functie kan in de kamer waarin de kachel is geïnstalleerd de gewenste kamertemperatuur inge-
steld worden van een minimum van 5°C tot een maximum van 35°C. Als deze temperatuur wordt bereikt, zal de kachel overgaan
tot een minimum verbruik (vlam en ventilatorsnelheid warme lucht op het minimum). Als de temperatuur onder de ingestelde
drempel daalt zal de kachel opnieuw de ingestelde temperatuur proberen te bereiken (zie Fig. 13).
NB: Het punt rechts van de kamertemperatuur op de display (rechtsboven) van het bedieningspaneel duidt de halve graad aan (bv.
23.° stemt overeen met 23.5°C).
Snelheid Conv. Vent.1 - met deze functie kan de snelheid van de kamerventilators gekozen worden van 1 tot 5 of A . A betenkent
automatisch, de ventilatie volgt het vermogen, aanbevolen instelling (zie Fig. 14).
Snelheid Conv. Vent. 2 - (ALLEEN VOOR KACHELS MET KANALISERING) met deze functie kan de snelheid van de KANALISE-
RINGSVENTILATORS gekozen worden van 1 tot 5 of A . A betenkent automatisch, de ventilatie volgt het vermogen, aanbevolen
instelling (zie Fig. 15).
Snelheid Conv. Vent.3 - (ALLEEN VOOR KACHELS MET KANALISERING) met deze functie kan de snelheid van de KANALISE-
RINGSVENTILATORS gekozen worden van 1 tot 5 of A . A betenkent automatisch, de ventilatie volgt het vermogen, aanbevolen
instelling (zie ).
Fig. 14 - Display
Met de functie "1" of "2" of "3" of "4" of "5" wordt de ventilator verplicht altijd op het geselecteerde vermogen te draaien. (Voor-
beeld: als "2" ingesteld wordt, zal de ventilator ook op vermogen 5 draaien alsof hij op vermogen "2" stond, enz...).
Als het vermogen op het maximum staat (vermogen 5) met de ventilatoren op het minimum (vermogen 1),
kan oververhitting van de kachel ontstaan en het alarm "WARMTE VEILIGHE" in werking treden.
Comfort Mode - In uitvoeringen met lucht kan deze niet worden uitgeschakeld. Op stand 1 zijn de ventilators uit.
In uitvoeringen met kanaliseringen kunnen met de comfort mode alle ventilatoren automatisch worden in- of uitgeschakeld op stand 1.
18
KOBE - FENICE - SPARK - INDACO - PRINCE
Fig. 13 - Display
Fig. 15 - Display
Fig. 16 - Display