•
Zone-attributen
Er kan door de lijst met mogelijke zone-attributen worden gebladerd met de pijlen naar boven/naar beneden. Een attribuut
kan met behulp van de knop "Enter" worden geactiveerd of gedeactiveerd. De letters "J" of "N" geven aan of een attribuut
geactiveerd of gedeactiveerd is. Wanneer een zone niet over toepasselijke opties beschikt, wordt de tekst "Geen" weergegeven.
De volgende tabel toont mogelijke combinaties van zonetypes met zone-attributen
ATTRIBUUT
De zones met dit attribuut kunnen niet manueel of automatisch worden uitgesloten en naar aanleiding van
Niet uitgesl
de optie voor gedwongen inschakeling.
De zones met dit attribuut worden ingeschakeld gedurende de partiële inschakeling 1. De magneetcontacten
Partieel 1
zijn geregistreerd voor de standaardinstelling met dit attribuut.
Partieel 2
De zones met dit attribuut worden ingeschakeld gedurende de partiële inschakeling 2.
De zones met dit attribuut registreren alleen het zone-alarm in het event-geheugen, zonder een visuele
Stil ing. P1
indicatie of geluidssignaal te produceren.
Het attribuut "Bel" zorgt ervoor dat elke activering van een zone of uitgeschakeld systeem een kort
Bel
geluidssignaal genereert (bijvoorbeeld nuttig in een winkel, om te signaleren dat er klanten binnenkomen).
Een in een testzone ingestelde zone genereert geen alarmprocedure. De betreding van de zone, die normaal
Zone test
een alarm zou veroorzaken, wordt in het eventsregister geregistreerd.
De zones met dit attribuut veroorzaken het event inactiviteit, dit wordt weergegeven op het keypad en
Geen activit
genereert een rapport in de alarmcentrale, zoals geprogrammeerd.
Alarm verificatie - Zelfde gedrag als de alarmzone, het enige verschil is dat een specifiek alarm event dat is
Alarm verific.
opgetreden naar de alarmcentrale wordt gestuurd.
De zones met dit attribuut zullen de ingangsvertraging alleen starten indien de zone wordt betreden
Ingtd P1,P2
gedurende een partiële inschakeling (1 of 2) van de partitie. Als deze zone wordt betreden gedurende een
totale inschakeling van de partities, zal hij reageren als een onmiddellijke alarmzone.
Dubbel alarm
Dit attribuut zorgt ervoor dat de zone alleen een alarm activeert na een dubbele activering.
De zones met dit attribuut veroorzaken alleen een alarm indien twee zones (toegewezen aan dezelfde
Dubbele zone
partitie) met dit attribuut worden geactiveerd binnen de alarmtijd Dubbele zone.
Dit zone-attribuut, alleen geldig voor het zonetype "inschakeling/uitschakeling", maakt het mogelijk om de
partities waartoe de zone behoort in of uit te schakelen. De activering van de zone leidt tot de inschakeling
van de partities waartoe de zone behoort. De deactivering van de zone leidt tot de uitschakeling van de
ON / OFF
partities waartoe de zone behoort. Als het systeem wordt ingeschakeld via dit zonetype (bijvoorbeeld via
een schakelaar) en vervolgens wordt uitgeschakeld vanaf een keypad, zal het noodzakelijk zijn om de zone
te deactiveren en opnieuw te activeren om hem in te schakelen.
Dit zone-attribuut, alleen geldig voor het zonetype "inschakeling/uitschakeling", maakt het mogelijk om de
Alleen
partities waartoe de zone behoort uit te schakelen. De activering ervan leidt tot een bedieningsopdracht
uitschakelen
voor uitschakeling.
Dit zone-attribuut, alleen geldig voor het zonetype "inschakeling/uitschakeling", zorgt ervoor dat de zone
afwisselt tussen de bedieningsopdracht INSCHAKELING en UITSCHAKELING voor de partitie waartoe de
Puls
zone behoort. Een puls (snelle activering/ deactivering, bijvoorbeeld een drukknop) vanuit de zone leidt tot
inschakeling; de volgende puls tot uitschakeling.
BESCHRIJVING
31