De batterijen plaatsen
1
2
(bij gebruik van AA-batterijen)
De batterijen in de camera plaatsen
Plaats de batterijen in de camera. Gebruik twee batterijen van het type AA alkaline,
AA lithium, AA Ni-MH, AA nikkel of AA nikkel/mangaan, of één batterij van het type
CR-V3.
1
Open de batterijklep.
Schuif de batterijklep in de door de pijl aangegeven richting
omhoog
2
Plaats de batterijen volgens de poolaanduidingen (+) en (–) in
het batterijcompartiment.
3
Sluit de batterijklep en schuif de klep weer op zijn plaats tot deze
vastklikt.
Als u van plan bent de camera langdurig continu te gebruiken, wordt gebruik
van de (optionele) netvoedingsadapter D-AC5 aanbevolen. (blz. 16)
• De volgende batterijen zijn niet oplaadbaar: AA alkaline, AA lithium, AA nikkel,
AA nikkel/mangaan en CR-V3.
• Open de batterijklep niet en verwijder de batterijen niet wanneer de camera
aan staat.
• Als u de camera langere tijd niet denkt te gebruiken, verwijder dan de
batterijen. Als dit niet gebeurt, kunnen de batterijen gaan lekken.
• Als de datum en tijd niet juist zijn wanneer u nieuwe batterijen in de camera
plaats nadat er lange tijd geen batterijen in de camera hebben gezeten, volgt
u de procedure voor "Datum en tijd instellen". (blz. 24).
• Plaats de batterijen op de juiste wijze. Als de batterijen verkeerd zijn geplaatst,
kunnen er storingen optreden of werkt de camera niet.
14
2
(bij gebruik van een CR-V3 batterij)
2
.
1
2
1
1
en til de klep