Vergrendelen en ontgrendelen met
afneembaar sleutelblad
Het afneembare sleutelblad is onder meer te
gebruiken om de auto van de buitenzijde te
ontgrendelen – als bijvoorbeeld de batterij in
de transpondersleutel leeg is.
Ontgrendelen
Trek de voorste portiergreep links naar
7
buiten
totdat deze niet verder kan. De
slotcilinder komt dan tevoorschijn.
Plaats de sleutel in de slotcilinder.
Draai 45 graden rechtsom. Het sleutelblad
wijst dan recht omlaag.
Draai de sleutel 45 graden terug naar de
beginstand. Neem de sleutel uit de slotci-
linder en laat de handgreep los, zodat de
achterkant van de handgreep weer tegen
de auto aan veert.
7
Dit geldt ongeacht of het stuur van de auto links of rechts zit.
5. Trek de handgreep naar buiten.
> Het portier wordt ontgrendeld.
Het vergrendelen gaat op dezelfde manier.
Daarbij wordt dan bij stap (3) 45 graden
linksom gedraaid in plaats van rechtsom.
Alarm uitschakelen en auto starten*
N.B.
Wanneer u het portier met het sleutelblad
ontgrendelt en vervolgens opent, gaat het
alarm af.
Positie back-uplezer in bekerhouder.
Schakel het alarm uit door:
1.
Plaats de transpondersleutel op het sleu-
telsymbool in de back-uplezer onder in de
bekerhouder van de tunnelconsole.
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM
2. Draai de startknop vervolgens rechtsom
en laat de knop weer los.
> Het alarmsignaal valt stil en het alarm
wordt uitgeschakeld.
Vergrendelen
U kunt de auto ook vergrendelen met het
afneembare sleutelblad van de transponder-
sleutel: bij stroomuitval bijvoorbeeld of als de
batterij in de transpondersleutel leeg is.
Het linker voorportier is te vergrendelen met
de bijbehorende slotcilinder en het afneem-
bare sleutelblad.
De overige portieren hebben geen slotcilin-
ders, maar zijn voorzien van een vergrendeling
op de zijkant van het portier die moet worden
ingedrukt met het sleutelblad, waarna het por-
tier mechanisch is vergrendeld en niet meer
van de buitenzijde kan worden geopend.
De portieren zijn echter nog steeds vanaf de
binnenzijde te openen.
}}
265
* Optie/accessoire.