Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

In Bedrijfstellen Op Het Veld; Calibratiegetal; Calibratiegetal "Imp./100M", Indien Bekend, Invoeren - Amazone AMALOG+ Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor AMALOG+:
Inhoudsopgave

Advertenties

8

In bedrijfstellen op het veld

8.1 Calibratiegetal

Voor het vaststellen van de rijsnelheid en het
berekenen van de bewerkte oppervlakte heeft
de impulsen nodig, die op een
meettraject van 100 m (calibratiewaarde
„Imp./100m") worden afgegeven.
Het calibratiegetal "Imp./100m" kan in de tabellen
(Fig. 24 en Fig. 25) worden opgezocht en in de
terminal worden ingevoerd, indien de afdraaiproef
met de waarden uit de tabellen wordt uitgevoerd.
Het werkelijke aantal impulsen kan afwijken van de
waarde uit de tabel. Hierdoor worden de rijsnelheid
en de bewerkte oppervlakte niet correct
weergegeven.
Het percentage slip van het aandrijfwiel van de
zaaimachine kan tijdens het zaaien op een andere
grondstructuur (bijv. van zware op lichte grond)
veranderen en daarmee ook het aantal impulsen
(Imp./100m).
Daarom adviseren wij, de impulsen (calibratiegetal
„Imp./100m") door het afrijden van een meettraject
vast te stellen.
8.1.1
Calibratiegetal "Imp./100m",
indien bekend, invoeren
Is het calibratiegetal "Imp./100m" bekend of wordt de
waarde in de tabellen (Fig. 24 en Fig. 25) opgezocht,
toets
bij stilstaande machine indrukken.
Calibratiegetal "Imp./100m"
met de toetsen
en
Met
calibratiegetal opslaan.
Met
de opgeslagen calibratiewaarde op het
display oproepen.
instellen.
I
Het calibratiegetal "Imp./100m" mag
niet kleiner zijn dan 250 omdat anders
de
voorschrift kan werken!
F
Het calibratiegetal "Imp./100m" is
afhankelijk van het type zaaimachine
en de bodemomstandigheden!
Fig. 23
Weergave calibratiegetal
25
niet volgens
AMALOG+ DB2033
02.04

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave