Een label afdrukken met behulp van het toetsenbord van het P-touch Labelapparaat
12 Shift
Hiermee voert u hoofdletters of symbolen in als u de toets gebruikt in combinatie met letter- of cijfertoetsen.
13 OK
Hiermee selecteert u de weergegeven optie.
14 Cursor (
)
Hiermee verplaatst u de cursor in de richting van de pijl.
15 Esc (Escape)
Hiermee wordt de huidige opdracht geannuleerd en keert u terug naar het gegevensinvoerscherm of de
vorige stap.
16 Spatie
Hiermee voert u een spatie in.
Hiermee herstelt u de standaardwaarde van een instelling.
17 Accent
Hiermee kunt u een teken met een accent selecteren en invoeren.
18 Symbool
Hiermee kunt u een symbool uit de lijst met beschikbare symbolen selecteren en invoeren.
19 Serialiseren
Hiermee stelt u geserialiseerde nummers in.
20 Invoegen
Hiermee voegt u een tijdstempel, barcode, database of overgedragen symbolen in.
21 Hoofdletters
Hiermee schakelt u de hoofdlettermodus in en uit.
22 Tabblad
Hiermee voegt u een tabblad in.
23 Letter
Hiermee voert u letters of cijfers in.
Hiermee voert u hoofdletters of symbolen in als u de toets gebruikt in combinatie met de toets
Hoofdletters of Shift.
Lcd-scherm
Startscherm
1 Automatische opmaak (sjablonen)
Weergave van de labelopmaak op basis van vooraf gedefinieerde sjablonen.
1
2
5
6
9
3
4
7
8
10
2
2
11