8
Onderhoud
8.2.2
Schroefverbindingen controleren
De schroefverbindingen zijn af fabriek vastgedraaid en geborgd met het
noodzakelijke koppel. Door trillingen en schokken, met name in de eerste
gebruiksuren, kunnen schroefverbindingen los gaan.
Enkele componenten (bijv. strooischoepen) zijn met zelfborgende moeren
gemonteerd. Gebruik bij montage van deze componenten altijd nieuwe zelf-
borgende moeren.
8.2.3
Platte veer voor strooischijven controleren
De spanning van de platte veer moet de hoofd- en verlengschoep op de
strooischijf met behulp van de vergrendelbout op correcte wijze vergrende-
BELANGRIJK
len. Door te ver buigen van de vlakke veer verliest deze de nodige spanning
voor borging van de strooischoepen.
Als de veerspanning te laag is, wordt de vergrendelbout ontgrendeld en kan
zo materiële schade veroorzaken.
a
b
86
Controleer bij een nieuwe schotelstrooier voor minerale mest na onge-
veer 30 gebruiksuren of alle schroefverbindingen goed vastzitten.
Controleer regelmatig, echter minimaal vóór aanvang van het strooisei-
zoen, of alle schroefverbindingen vast zitten.
Platte veer niet te ver doorbuigen!
Bij een verstelling van de strooischoeppositie drukt u de vergrendel-
bout voorzichtig in een willekeurige positieboring.
Bij een te lage veerspanning de platte veer onmiddellijk vervangen.
Platte veer
Vergrendelbout
b
Afb. 8.1: Vergrendelbout correct vergrendeld
a