Faxbestemmingen wijzigen of verwijderen
1.
Druk op de knop [Gebruikersinstellingen].
2.
Druk op [ ] of [ ] om [Adresboek] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop.
3.
Druk op [ ] of [ ] om [Verk. kiesbest. fax] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-
knop.
4.
Druk op [ ] of [ ] om het verkorte kiesnummer te selecteren en druk vervolgens op de
[OK]-knop.
5.
Wijzig het faxnummer met [ ], [ ] en de cijfertoetsen en druk vervolgens op de [OK]-
knop.
Als u een faxbestemming wilt verwijderen, gebruik dan [ ] om alle cijfers te verwijderen en druk
vervolgens op de [OK]-knop. Ga naar stap 7.
6.
Wijzig de faxnaam met [ ], [ ] en de cijfertoetsen en druk vervolgens op de [OK]-knop.
7.
Druk op de knop [User Tools] om terug te keren naar het beginscherm.
Faxbestemmingen configureren met Smart Organizing Monitor
1.
Klik in het [Start]-menu op [Alle programma's].
2.
Klik op [Smart Organizing Monitor for SP xxx Series].
3.
Klik op [Smart Organizing Monitor for SP xxx Series Status].
4.
Als het apparaat dat u gebruikt, niet is geselecteerd, klik dan op [Apparaat select...] en
selecteer vervolgens het apparaatmodel.
5.
Klik op [OK].
6.
Klik op [Printerconfiguratie] op het tabblad [Gebruikerstool].
7.
Klik op het tabblad [Fax].
CTT129
Faxbestemmingen registreren
93