PAGINA 56
ALMAC s.r.l.
Op de volgende tekening wordt de maximale hoogte van de bovenbouw in de transportconfiguratie
aangegeven.
Wanneer beide rupsbanden volledig zijn uitgeschoven, kan de kolom vrij over +-110° draaien en
blijft de machine altijd binnen de transportconfiguratie;
Als er slechts één rupsband volledig is uitgeschoven, is de rotatie alleen toegestaan aan de zijde
van deze rupsband;
Als beide rupsbanden niet volledig zijn uitgeschoven, moet de kolom geheel gecentreerd zijn (+-
2°);
Als echter, onder deze omstandigheden, de korf niet op zijn drager is gemonteerd, dat is de kolom
in staat om +-45° te draaien (gebruik deze functie om te kunnen rijden in omgevingen met
beperkte bewegingsruimte).
Opgelet: Deze procedure kan ook worden uitgevoerd wanneer de operator zich niet in de korf
bevindt.
In dit geval is de lengte van de verbindingskabel voldoende om een voldoende en veilige afstand
tussen operator en de machine toe te staan.
Opgelet: Beknellingsgevaar!
Functie 1 (optioneel): De machine heeft een geavanceerde functie voor de besturing van de
aandrijving, door middel waarvan gereden en gestuurd kan worden door middel van alleen de
rechter joystick. Wij raden aan om deze bedrijfsmodus te gebruiken met de maximale breedte van
de rupsbanden van de hoogwerker, na de eventuele uitlijning met de opritplaten.
Voor de activering moet gedrukt worden op de knop (11) van het bedieningspaneel.
De functie blijft actief tot de knop opnieuw wordt ingedrukt of tot de machine wordt uitgeschakeld
of weer ingeschakeld met de sleutel of de noodstopknop.
Wanneer deze functie is geselecteerd, verschijn op het display het opschrift "SNEL RIJDEN".
Opgelet: Controleer of het display ook het opschrift "Booster OFF" toont. Voor de deactivering
van de booster is het voldoende om de potentiometer onder 90% te houden; aangeraden wordt om
hem tussen 50 en 70% te handhaven.