Reiniging en desinfectie van de unit:
•
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u het schoonmaakt.
•
Om het oppervlak van de stoel in goede conditie te houden, moet deze regelmatig worden
schoongemaakt. Vergeet niet om de stoel na elk gebruik te reinigen en te desinfecteren. Het
wordt aanbevolen om de stoel één keer per maand grondig te desinfecteren.
I Metalen en kunststof oppervlakken
•
Veeg metalen en kunststof oppervlakken en bedieningselementen schoon met een vochtige
doek. Om moeilijk bereikbare plaatsen of hoeken schoon te maken, werkt een kleine
borstel goed. Gebruik niet te veel vloeistof om het apparaat schoon te maken. Desinfecteer
het apparaat vervolgens met een geschikte vloeistof.
II Oppervlakken van roestvrij staal
•
Schoonmaken met een mild schoonmaakmiddel werkt het beste. Ammoniak en de meeste
oplosmiddelen kunnen worden gebruikt om hardnekkige vlekken te verwijderen. Vermijd
oplossingen op chloorbasis.
III Geverfde of verchroomde metalen oppervlakken
•
Gebruik geen waterstralen (douches, waterkanonnen met hoge druk) voor het reinigen.
•
Reinig het apparaat niet bij hoge temperaturen en hoge luchtvochtigheid en stel het niet
bloot aan omstandigheden die kunnen leiden tot verontreiniging met vloeistoffen.
•
Gebruik geen oplosmiddelen of zuren voor het reinigen.
IV Zitvlak
•
Veeg het oppervlak van de stoel gelijkmatig af met een speciale leerreiniger en veeg het
vervolgens af met een schone, zachte doek.
Onderhoud
Haal de stekker uit het stopcontact voor onderhoud.
1. reparaties moeten worden uitgevoerd door ervaren personeel dat is geautoriseerd door de fabrikant. 2.
reparaties door onbevoegd personeel kunnen letsel of schade aan de apparatuur veroorzaken waarvoor
de fabrikant niet verantwoordelijk is.
3. Gebruik alleen originele reserveonderdelen die door de fabrikant zijn goedgekeurd.
4. Gebruik de elektrische cosmeticastoel of accessoires niet als ze niet goed werken.
5. Alle onderhouds- en reparatieactiviteiten moeten worden gedocumenteerd.
Bestaansmiddelen
Controleer de bedieningselementen en hun bedrading eenmaal per week. Controleer de staat en
werking van de volgende onderdelen minstens om de zes maanden:
1. Stroomkabel en de bevestiging ervan
2. Motorbedrading
3. Besturingskast en bijbehorende bekabeling
4. Of de accessoires zijn bevestigd
5. Normale werking van het sluitsysteem
Als u defecten vaststelt, moet u het apparaat niet meer gebruiken en contact opnemen met een erkend
servicecentrum. Alleen ervaren of bevoegd personeel mag de actuator/bedieningseenheid openen of
vervangen.
Als een onderdeel van het apparaat beschadigd is, haal dan de stekker uit het stopcontact en gebruik
het apparaat niet meer. Breng vervolgens de service op de hoogte.