Inhoudsopgave
Advertenties
4.4 Opslag en overwinteren
• Rol de slang nooit op.
• Sla de robot buiten bereik van zonlicht op.
• Verwijder al het water uit de robot voor het overwinteren. Verwijder alle aansluitingen en passtukken
van de zuiglijn en de skimmer. Sla de schijf vlak op, met de slangdelen los, leeg en recht.
5. Probleemoplossing
Als u een probleem heeft met uw reinigingsrobot volgt u de onderstaande etappes om hem weer perfect te
laten functioneren. Als het probleem zich blijft voordoen neemt u contact op met uw zwembadtechnicus. Houd
het serienummer van de robot en de aankoopdatum bij de hand als u deze belt.
Problemen
De robot beweegt niet of
verplaatst
zich langzaam.
De verplaatsingen van
de robot dekken niet het
hele zwembad.
De robot blijft ter hoogte
van de trap hangen.
De robot blijft op de
zwembadranden of -
wanden.
De robot klimt niet
tegen de wanden op.
H0379400.B NL – 2013-06
• Gebruik de debiettester om het debiet te controleren.
• Verzeker u ervan dat de afvoer in de bodem van het zwembad gesloten is.
• Controleer dat het diafragma niet verstopt, beschadigd of versleten is.
• Reinig het filter en leeg de pompmand.
• Controleer dat er geen lucht in het systeem zit. Als het waterniveau in de pompmand
daalt of als u merkt dat er te veel luchtbellen in de pompmand of uit de waterinlaten
komen, dan zit er lucht in het systeem. Controleer de slangaansluitingen, draai alle
aansluitingen aan de pomp aan en controleer dat de kegelvormige afdichting van de
pompmand niet versleten is.
• Gebruik de debiettester om het debiet te controleren.
• Verlaag het debiet om de robot van de wanden verwijderd te houden.
• Verzeker u ervan dat de waterinlaten naar beneden zijn gericht.
• Verzeker u ervan dat de slang niet is verward of gedraaid. Leg hem in de zon om hem
indien nodig te ontwarren.
• Controleer de positie van het contragewicht van de slang: 1 m van de robot.
• Controleer dat de motor vrij draait in het robothuis.
• Controleer de lengte van de slang.
• Gebruik de debiettester om het debiet te controleren.
• Controleer de lengte van de slang. Kort deze in indien nodig.
• Gebruik de waterinlaten om de robot te leiden.
• Plaats het antiblokkeerwiel anders op de slang om een beter contact met de treden
te maken en de robot te verwijderen.
• Gebruik de debiettester om u te leiden en beperkt het debiet door het in te stellen
op positie 2.
• Controleer de positie van het contragewicht van de slang: 1 m van de robot.
• Gebruik de debiettester om te controleren dat het debiet overeenkomt met positie 3.
• Controleer de positie van het contragewicht van de slang: 1 m van de robot.
Oplossingen
10
Advertenties
Inhoudsopgave
