Middelste standaard
Zet het voertuig op de zijstandaard. Zie
u
pa g. 5 5 ( H ET V OER TU IG O P DE
STANDAARD ZETTEN).
De veren (3) mogen niet beschadigd
u
zijn, versleten, verroest of verzwakt.
Controleer of de standaard geen speling
u
heeft als hij ingeklapt is.
Klap de standaard uit en weer in om te
u
controleren of de veren hem weer
helemaal laten inklappen.
De standaard moet vrij kunnen draaien;
u
smeer eventueel het draaipunt in met
v e t ,
z i e
p a g .
(SMEERMIDDELENTABEL).
74
gebruik en onderhoud Breva
3
5
6
DE ZIJSTANDAARD
Zet het voertuig op de zijstandaard, zie
u
pa g. 5 5 ( H ET V OER TU IG O P DE
STANDAARD ZETTEN).
De veren (3) mogen niet beschadigd
u
zijn, versleten, verroest of verzwakt.
In beide standen controleren of er geen
u
speling op de standaard zit.
Duw de standaard in de uitgeklapte
u
s t a n d e n c o n t r o l e e r o f d e v e r e n
helemaal uitrekken.
Duw de standaard nu weer naar de
u
ingeklapte stand en laat hem in de helft
9 3
los om te controleren of de veren de
standaard helemaal inklappen.
De standaard moet vrij kunnen draaien;
u
smeer eventueel het draaipunt in met
v e t ,
(SMEERMIDDELENTABEL).
7
O p d e z i j s t a n d a a r d ( 1 ) z i t e e n
veiligheidsschakelaar (4) die ervoor zorgt
dat de motor niet kan worden aangezet of
uitslaa t a ls deze wordt gestart met
ingeschakelde versnelling en uitgeklapte
zijstandaard (1).
O m
veiligheidsschakelaar te controleren
(4):
u
u
u
u
u
z i e
p a g . 9 3
u
4
1
d e
w e r k i n g
Op het voertuig in rijhouding gaan zitten.
De zijstandaard (1) inklappen.
De motor starten, zie pag.48 (HET
VOERTUIG STARTEN).
Met de gashendel (5) in stand A en de
motor op het stationair toerental, trekt u
de koppelingshendel (6) helemaal in.
Het voertuig in de 1e versnelling zetten:
versnellingshendel (7) naar onder.
De zijstandaard (1) uitklappen zodat de
veiligheidsschakelaar ( 4) in werking
treedt.
v a n
d e