De SD-geheugenkaart plaatsen
1
2
1
Deze camera kan werken met een SD-geheugenkaart.
Als er een SD-geheugenkaart is geplaatst (op de LCD-monitor staat
opnamen hierop opgeslagen. Is er geen kaart geplaatst (op de LCD-monitor staat
), dan worden de opnamen opgeslagen in het interne geheugen.
• Zorg dat de camera uit staat alvorens de SD-geheugenkaart te plaatsen of
uit te nemen.
• Formatteer alleen nieuwe kaarten of kaarten die eerder in een andere
camera zijn gebruikt. Zie "Een SD-geheugenkaart of het interne geheugen
formatteren" (blz. 120) voor meer informatie over formatteren.
1
Open de klep van de batterij/kaart.
Schuif de klep van de batterij/kaart in de door de pijl aangegeven richting
til de klep omhoog
2
Plaats een SD-geheugenkaart zodanig dat het etiket
(de kant met het symbool 2) naar de LCD-monitor is gericht
en druk op de kaart tot deze vastklikt.
3
Sluit de klep van de batterij/kaart.
U neemt de kaart uit door deze in de door de pijl aangegeven richting te duwen
en uit het compartiment te halen.
Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, hangt af van de capaciteit van
de SD-geheugenkaart of het interne geheugen en de geselecteerde opname-
grootte en kwaliteit. (1blz.23)
SD-geheugenkaart
2
2
.
3
U verwijdert de kaart
door deze in te
drukken en uit te
nemen.
), worden
1
1
en
21