Inhoudsopgave
Advertenties
7.
ERROR CODES OP DE PANELEN
Error codes melden de gebruiker dat het apparaat niet naar behoren functioneert. Ze worden
weergegeven op het MC/ML paneel.
Err 1
Robot identificatie is mislukt. Robot identificatie gebeurt met gebruik van XW114 op
A003 X8.
Err 2
De stroombron werd opgestart voor MMA of TIG lassen.
Err 3
Identiek als Err 2 maar up (+) / down (–) toetsen zijn actief op het PX paneel (optie).
Err 4
Koeleenheid (Procool 10, Procool 30) start niet (controleer gas/water schakelaar).
Err 5
Koeleenheid (Procool 10, Procool 30) heeft een koelprobleem (oververhittingssensor
of drukschakelaar reageren of de netspanning is niet aanwezig).
Err 6
Koeleenheid (Procool 10, Procool 30) is normaal opgestart maar de
draadaanvoereenheid (Promig 520 R) heeft geen datacommunicatie meer met de
koeleenheid (controleer aansluitingen tussenpakket).
Err 7
Noodstop is actief. Input relais K2 moet actief zijn op A003 om de noodstop te op te
heffen (alleen met de Promig 540R-KU).
Err 9
Overbelasting van de draadaanvoermotor wat veroorzaakt kan worden door
geblokkeerde draaddoorvoer of een te sterk gebogen pistoolpakket.
Err 10 PRO meldt een voedingsprobleem indien er een startsignaal wordt gezonden door de
Promig 540R. De oververhittingsfunctie van de PRO stroombron heeft het lassen
gestopt.
Err 14 Overspanningsbeveiliging van Promig 540R.
De Error codes verdwijnen uit de display bij de volgende start, mits het probleem is opgelost.
8.
ONDERHOUD EN STORINGEN
De mate van gebruik maar ook vooral de omgevings- en bedrijfsomstandigheden zijn bepalend
voor de frequentie van het onderhoud. Zorgvuldig gebruik en preventief onderhoud dragen zorg
voor probleemloos functioneren van de apparatuur.
De volgende onderhoudspunten moeten minstens elke zes maanden geschieden.
Controleer:
– Slijtage van de groeven van de aandrijfrollen. Te veel slijtage
van de groeven zorgt voor problemen met de draadaanvoer.
– Slijtage van de draadgeleidingspijp van de draadaanvoer. Erg
versleten aandrijfrollen en draaddoorvoerpijpjes moeten ver-
vangen worden.
– Het draadaanvoerpijpje moet zo dicht mogelijk op de aandrijf-
rollen gezet worden, maar mag deze niet aanraken en de draad
moet een rechte lijn volgen vanaf het einde van het pijpje tot
aan de groef van de aandrijfrollen.
– Haspelrem instelling
– Elektrische aansluitingen
* Geoxideerde koppelingen moeten schoongemaakt worden.
* Losse koppelingen moeten vervangen worden.
Verwijder stof en vuil van en uit de apparatuur.
Wanneer er gebruik wordt van een luchtcompressor, bescherm dan altijd de
ogen met geschikte oogbescherming.
In geval van problemen neem dan kontakt op met KEMPPI of met uw KEMPPI-dealer.
©
KEMPPI OY
twee keer
per jaar
Promig 540R, Promig 120R/0423 – 17
Advertenties
Inhoudsopgave
