FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
open vuur of andere ontstekingsbron-
nen zoals de waakvlammen van gei-
sers en kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol.
Steek bij het tanken het vulpistool
1
goed in de vulopening van de brand-
stoftank. Stop met vullen zodra de
2
brandstof de onderkant van de vul-
hals heeft bereikt. Omdat brandstof
uitzet als deze warm wordt, kan
3
de warmte van de motor of de zon
ervoor zorgen dat brandstof uit de
4
brandstoftank stroomt.
3. Veeg uitgestroomde brandstof onmid-
dellijk af. LET OP: Veeg gemorste
5
brandstof onmiddellijk af met een
schone, droge, zachte doek, aan-
6
gezien de brandstof de gelakte op-
pervlakken en kunststof delen kan
aantasten.
[DCA10071]
7
4. Draai de tankdop stevig vast.
WAARSCHUWING
8
Benzine is giftig en kan letsel of over-
lijden veroorzaken. Spring zorgvuldig
9
om met benzine. Probeer nooit om ben-
zine via de mond over te hevelen. Roep
onmiddellijk medische hulp in nadat u
benzine heeft ingeslikt, veel benzine-
damp heeft ingeademd of benzine in uw
ogen heeft gekregen. Als benzine op
uw huid terechtkomt, was deze dan af
met water en zeep. Als u benzine op uw
kleding morst, trek dan andere kleding
aan.
Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND NORMALE LOOD-
VRIJE BENZINE
Inhoud brandstoftank:
7.4 L (1.96 US gal) (1.63 Imp.gal)
LET OP
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Loodhoudende benzine veroorzaakt
ernstige schade aan inwendige motor-
onderdelen als kleppen en zuigerveren
en ook aan het uitlaatsysteem.
DWA15151
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van RON 91 of hoger. Als
de motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan benzine van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door lood-
vrije benzine te gebruiken gaan bougies
langer mee en blijven de onderhoudskos-
ten beperkt.
DAU33520
DCA11400
3-8
DAU1044E