Parameters
2.
DDNS
3.
PPPoE
4.
Poort
5.
NAT
6.
SNMP
7.
FTP
8.
E-mail
9.
HTTPS
10.
QoS
11.
802.1.X
12.
Integratieprotocol
16
Omschrijving
IPv4-standaard gateway: hier wordt het IPv4-adres van de gateway
opgegeven.
IPv6-modus: hier wordt de IPv6-modus opgegeven, inclusief Handmatig,
DHCP en Router-advertisement.
IPV6-adres: hIer wordt het IPv6-adres van de camera opgegeven.
IPv6-subnetmasker: hier wordt het IPv6-subnetmasker opgegeven.
IPv6-standaardgateway: hier wordt het IPv6-adres van de gateway
opgegeven.
Mac-adres: hier wordt het MAC-adres van de camera opgegeven.
MTU: hiermee wordt het geldige waardebereik van MTU opgegeven. De
standaardwaarde is 1500.
Multicast-adres: hiermee wordt een IP-adres uit de klasse D tussen 224.0.0.0
en 239.255.255.255 opgegeven. Geef deze optie alleen op indien u de
multicast-functie gebruikt. Bij sommige routers is het verboden om de
multicast-functie te gebruiken tijdens een netwerkstorm.
DNS-server: hiermee stelt u de DNS-server voor uw netwerk in.
Hostnaam configuratie: hiermee wordt de DNS-naam die de gebruiker kan
definiëren ingesteld.
Hier worden IP-server, DynDNS en ezDDNS opgegeven.
Gebruik deze optie wanneer u een rechtstreekse modemverbinding gebruikt
tussen de camera en de internetprovider.
HTTP-poort: hier wordt opgegeven welke poort wordt gebruikt voor de Internet
Explorer (IE)-browser. De standaardwaarde is 80.
RTSP-poort: hier wordt de RTSP-poort opgegeven. Het standaard
poortnummer is 554.
HTTPS-poort: hier wordt de HTTPS-poort opgegeven. Het standaard
poortnummer is 443.
Serverpoort: hier wordt de SDK-poort opgegeven. Het standaard
poortnummer is 8000.
Een NAT (Network Address Translation) wordt gebruikt voor de netwerk-
verbinding. Selecteer de poorttoewijzingsmodus: automatisch of handmatig.
Schakel SNMP in om de camera status en parameters te rapporteren aan de
SNMP-software.
Hiermee specificeert u het FTP-adres en de FTP-map waarnaar moment-
opnamen van de camera geüpload kunnen worden.
Hiermee geeft u het e-mailadres op waar berichten naartoe worden gestuurd
wanneer er een alarm is.
Specificeert de verificatie van de website en de hiermee geassocieerde
webserver, wat bescherming biedt tegen Man-in-the-middle-aanvallen.
Kan netwerkvertragingen en -overbelasting voorkomen door de prioriteit van
verzonden gegevens te configureren.
Wanneer deze functie is ingeschakeld, zijn de cameragegevens beveiligd en is
gebruikersverificatie vereist wanneer u de camera op het netwerk aansluit.
Als u via het externe platform toegang tot de camera nodig hebt, kunt u de
STD-CGI-functie inschakelen. En als u via het ONVIF-protocol toegang tot het
apparaat nodig hebt, kunt u de ONVIF-gebruiker in deze interface
configureren. Raadpleeg de ONVIF-standaard voor meer gegevens
aangaande configuratieregels.
TruVision IP PTZ-camera Configuratiehandleiding