VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR DE
HYDRAULISCHE AANSLUITING
Belangrijke aanbevelingen voor de veiligheid
•
Als
bij
geen gebruik wordt gemaakt van de
snelkoppelingsadapters,
leidingen ter plaatse met twee sleutels
worden vastgezet op de ketelaansluitingen.
Gebruik één sleutel om te voorkomen dat
de ketelaansluitingen gaan draaien en de
tweede om de leidingen vast te zetten. Als
de leidingaansluitingen van de ketel niet
worden vastgehouden, kunnen de leidingen
beschadigd raken of kan er een lek ontstaan.
Belangrijke aanbevelingen voor de correcte werking
van het toestel
•
Controleer of de maat van de slang ten minste
gelijk is aan die van de ketelaansluitingen,
en dat ze zijn goedgekeurd voor een
bedrijfsdruk van meer dan 3 bar en een
watertemperatuur van ten minste 90°C.
•
Controleer
veiligheidsvoorzieningen zijn geïnstalleerd,
in overeenstemming met de geldende
normen en voorschriften.
•
Voordat u het systeem vult, moet u het
grondig doorspoelen om eventuele residuen
te verwijderen.
•
Controleer de algemene staat van slangen,
leidingen
gebreken moeten worden verholpen.
Algemene opmerking
•
De illustraties van de circuits zijn slechts
eenvoudige
alle vereiste veiligheidsvoorzieningen en
accessoires worden weergegeven.
24
de
installatie
van
de
moeten
of
alle
en
aansluitingen.
Eventuele
principetekeningen.
Opstelling
AANBEVELINGEN OM CORROSIE EN
KALKAANSLAG TE VOORKOMEN
Preventieprincipes
1.
Spoel het bestaande systeem door voordat u het toestel
ketel
installeert
2.
Beperk de vulfrequentie
de
3.
Beperk de aanwezigheid van zuurstof en slib in het water
4.
Beperk de carbonaatconcentratie in het water
Het vulwater moet worden onthard indien de hardheid
hoger is dan 20° fH (11,2° dH).
Waterhardheidstabel:
Waterhardheid
Zeer zacht
Zacht
Redelijk hard
Hard
Zeer hard
vereiste
5.
Controleer de waterparameters
Zuurgraad
Geleidbaarheid
Chloriden
IJzer
Koper
Niet
Gebruik van gedemineraliseerd water is ook
mogelijk en zal de vorming van kalkaanslag in het
toestel beperken.
°fH
°dH
mmolCa(HCO3)2 / l
0 - 7
0 - 3,9
7 - 15
3,9 - 8,4
15 - 25
8,4 - 14
25 - 42
14 - 23,5
> 42
> 23,5
< 400 μS/cm (bij 25°C)
0 - 0,7
0,7 - 1,5
1,5 - 2,5
2,5 - 4,2
> 4,2
6,6 < pH < 8,5
< 125 mg/l
< 0,5 mg/l
< 0,1 mg/l
NL