Stoomkoker in elkaar zetten
1. Plaats de afdruipschaal
afb. C
(zie
).
2. Plaats stoomschaal 1
De stoomschalen hebben verschillende
diameters. Let steeds op de correcte
volgorde en op het feit of de stoomschalen
goed zijn geplaatst, zo niet is een optimale
werking niet verzekerd (zie afb. D).
3. Plaats bij grotere hoeveelheden of bij het bereiden van
verschillende voedingswaren bijkomend de
stoomschalen 2
4
4. Gebruik de rijststoomschaal
1 of 2 (zie afb. E).
5. Plaats bovenaan steeds het deksel
14
op het waterreservoir
6
op de afdruipschaal.
5
en 3
(zie afb. D).
2
3
alleen in stoomschaal
1
.
Voedingswaren voorbereiden en
vullen
8
AANWIJZING!
Gevaar voor schade!
Een onjuiste omgang met de stoomkoker kan
beschadigingen van de stoomkoker tot gevolg hebben.
• Gebruik nooit keukengerei van metaal of andere harde,
scherpe voorwerpen in de stoomkoker, anders kunnen
de kunststof componenten beschadigd raken. Gebruik
keukengerei van hout of hittebestendig kunststof. Snij
nooit in de stoomkoker en kras er nooit met harde,
scherpe voorwerpen in.
• Gebruik alleen verse of ingevroren groenten. Vul geen
bedorven voedingswaren in de stoomkoker.
• Was de groenten en de rijst grondig voor het vullen.
• Verdeel of snijd grotere stukken voor het garen in
kleinere stukken.
• De te garen stukken moeten zo mogelijk ongeveer even
groot zijn.
• Vul rijst altijd in de rijststoomschaal
zoveel water bij tot de rijst bedekt is (max. 0,75 l).
• Raadpleeg het hoofdstuk 'Bereidingsaanwijzingen' voor
de hoeveelheden en gaartijden van verschillende
voedingswaren.
• Kruid de voedingswaren pas na afloop van het
gaarproces.
• Vul de stoomschalen
stoomuitlaatopeningen in het deksel
geblokkeerd zijn. De stoom moet vrij kunnen circuleren.
. Vul minstens
3
,
en
niet te vol. De
2
4
5
mogen niet
1