Opmerking
De valpreventiedraad is bedoeld om het apparaat te dragen wanneer dit wordt opgehangen. Hang niets anders eraan dan
het gewicht van het apparaat.
Montageruimte
Raadpleeg de volgende tekening bij het kiezen van de montageplek en -richting en houd rekening met de vereiste
ruimte om het objectief te kunnen draaien en voor de bekabeling op de achterkant van het apparaat.
A: bewegingsruimte van de camerakop (bijv. SEL70200GM2 (met SEL20TC bevestigd): Ø370)
B: Plafondbeugel (gat aan plafondzijde) (Ø150)
C: Montage-uitlijngat
Opmerking
Monteer op een plafond dat voldoende sterk is (zoals beton).
Wilt u het apparaat op een plafond monteren dat niet sterk genoeg is, zorg dan voor voldoende versterking.
Monteer het op een stabiele plek die niet onderhevig is aan trillingen. Locaties met trillingen kunnen trilling in het beeld
veroorzaken.
Als u het apparaat op een schuin oppervlak moet monteren, blijf dan binnen ±15° van het horizontale vlak en tref
maatregelen om te voorkomen dat het apparaat valt.
De kant tegenover de gat △ op de plafondbeugel is de richting van filmen (voorzijde van camera).
Schuif de zwenk-/kantelvergrendeling in de stand UNLOCK om het zwenken/kantelen te ontgrendelen en
2
draai de camerakop 180° in de kantelrichting.
Schuif de zwenk-/kantelvergrendeling in de stand LOCK om zwenken/kantelen van de camerakop te
3
vergrendelen.
78