INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK:
1. Voor het eerste gebruik vult u de waterkoker met schoon water tot de maximale capaciteit
en breng het aan de kook. Gooi het water weg en herhaal.
2. De waterkoker moet altijd worden losgekoppeld bij het vullen of toevoegen van water.
3. Vul de waterkoker met water tot het gewenste niveau. Vul niet te veel water bij, anders
bestaat het gevaar dat het zal morsen of spatten. Vergeet niet de deksel te sluiten na het
vullen, anders zal de waterkoker niet automatisch uitschakelen na gebruik.
4. Vul niet met minder dan 0,5 liter water (tot aan de "MIN" indicatie) om te voorkomen dat de
waterkoker droogloopt tijdens het gebruik.
5. Vul de waterkoker niet met meer dan 1,2 liter water (tot aan de "MAX" indicatie).
6. Een automatische veiligheidsuitschakeling is aangebracht ter bescherming tegen
oververhitting. Deze zal in werking als de waterkoker wordt aangezet en onvoldoende water
bevat. Zorg er altijd voor dat het water in de waterkoker de boven minimummarkering staat.
Indien de automatische uitschakeling in werking is getreden, moet u de stekker uit het
stopcontact halen en de waterkoker gedurende 5 tot 10 minuten laten afkoelen. Daarna
opnieuw vullen met water en zet het aan - de waterkoker zal dan koken en uitschakelen zoals
bij normaal gebruik.
7. Plaats de waterkoker voet op een droge vlakke ondergrond.
8. Plaats de waterkoker op de voet.
9. Steek de stekker van het netsnoer in een stopcontact.
10. Het apparaat wordt ingeschakeld door op de ON/OFF schakelaar. Het lampje gaat branden.
11. Als het water gekookt heeft, schakelt de waterkoker automatisch uit.
12. Neem de waterkoker niet uit de voet zonder eerst uit te schakelen.
13. Om water te schenken, tilt u de waterkoker van de voet en kunt u schenken.
HOE ONDERHOUDT U UW WATERKOKER:
Veeg de buitenkant van de waterkoker af met een zachte, vochtige doek of spons. Verwijder
hardnekkige vlekken met een doek die is bevochtigd met een mild vloeibaar afwasmiddel. Gebruik
geen schuursponsjes of schuurpoeder. Dompel de waterkoker nooit onder in water of andere
vloeistoffen. Van tijd tot tijd, afhankelijk van de aard van uw watertoevoer, zal er een kalk aanslag
ontstaan aan het verwarmingselement en dit vermindert de verwarmingscapaciteit. De hoeveelheid
kalk (en dus de noodzaak van schoonmaken of ontkalken) hangt grotendeels af van de hardheid van
het water in uw omgeving en de frequentie hoe vaak de waterkoker wordt gebruikt. Kalkaanslag is
niet schadelijk voor de gezondheid. Maar als het in uw drank wordt gegoten, kan het een
poedersmaak aan uw drank geven. Daarom moet de waterkoker regelmatig ontkalkt worden, zoals
hieronder aangegeven.
ONTKALKEN:
Ontkalk de waterkoker regelmatig. Bij normaal gebruik, minstens twee keer per jaar.
1. Vul de waterkoker tot "MAX" met een mengsel van één deel gewone azijn en twee delen
water. Zet het apparaat aan en wacht tot het automatisch uitschakelt.
2. Laat het mengsel een nacht in de waterkoker.
3. Gooi het mengsel de volgende ochtend weg.
4. Vul de waterkoker met schoon water tot "MAX" en kook opnieuw.
5. Gooi dit gekookte water weg om eventuele kalkaanslag en azijn te verwijderen.
6. Spoel de binnenkant van de waterkoker met schoon water.