5.2.1
PLAATSING
Vergewis u ervan dat de buitenopstelling dermate wordt
uitgevoerd dat het de veiligheid van het gebouw niet in
gedrang kan brengen.
Bewaar een minimum afstand van 500mm tussen dak en
de luchttoevoer- & luchtuitlaatopeningen.
De opstellingsruimte van het toestel moet voldoende
plaats bieden om een correcte werking en een veilige
onderhoudsbeurt toe te laten.
Bij
vloeropstelling
dient
afgeschermd door middel van een hek
5.2.2
INSTALLATIE
Overtuigt u ervan dat de constructie van het gebouw
voldoende degelijk is om het gewicht van het toestel te
dragen.
Let erop dat het toestel waterpas en trillingsvrij is
opgesteld.
Figuur 4 : Ophanging toestel (maak hierbij gebruik van alle voorziene ophangogen!)
De toestellen zijn aan de luchtinlaatzijde en aan de
luchtuitblaaszijde voorzien van een montageflens voor
de aansluiting van luchtkanalen. Elke kanaalaansluiting
moet volledig worden afgedicht. Om geluidsoverdracht
te voorkomen en thermische expansie op te vangen is
het wenselijk de kanaalaansluitingen uit te voeren m.b.v.
flexibel materiaal. Figuur 4 illustreert de wijze waarop
een kanaalaansluiting dient te worden uitgevoerd met
een hiertoe geschikt verbindingssysteem.
.
5.2
het
toestel
te
worden
5.3
Kanaalaansluiting
RDH EC
Zorg ervoor dat het toestel op een veilige wijze wordt
bevestigd aan het draagprofiel.
vervaardigd uit gegalvaniseerd staal en wordt vóór het
plaatsen
van
het
gemonteerd.
Voorzie
een
weersbestendige
toestel en het gebouw. Isoleer blootgestelde leidingen en
voorzie ze van een weersbestendige coating.
Gebruik flexibel en weersbestendig verbindingsmateriaal
tussen kanaal en toestel.
Volg de instructies zoals aangegeven in figuur 4 op bij
het vervoer en laad-/loswerkzaamheden van het toestel.
Neem de nodige voorzorgen om te vermijden dat het
toestel wordt beschadigd door de ophijskabels. Houd er
rekening mee dat het zwaartepunt van het toestel varieert
afhankelijk van type en uitvoering. Algemeen beschouwd
mag er worden gesteld dat de verwarmingssectie het
zwaarste stuk vormt gevolgd door achtereenvolgens
ventilatiesectie en uitblaassectie.
Neem
de
nodige
rechtstreeks monteren van hulpstukken op het toestel.
Zorg
ervoor
dat
tussenstukken de luchtstroom op een ongehinderde
wijze en vrij van turbulenties kan circuleren. Zoniet
verkrijgt men een ongelijkmatige temperatuursverdeling
die kan resulteren in de vorming van hot spots op de
warmtewisselaar en het uitvallen van de brander wegens
oververhitting.
1710SDH EC_RDH EC_BENL/NLNL,page 11/35
Het draagprofiel is
toestel
op
zijn
definitieve
afdichting
waakzaamheid
in
acht
bij
toepassing
van
ellebogen
plaats
tussen
het
bij
het
en