7.3.2
De kalibratie van de zuurstofcel controleren
N.B.:
Als het meetbereik duidelijk lager is dan het bereikgas dat u gebruikt, kunt u ervoor kiezen om het
gehalte van het bereikgas en de gemeten
volgen.
Voor deze kalibratiecontrole moet u een kalibratiegas gebruiken met een bekende PPMv-waarde en een
bemonsteringssysteem met een inlaatklep voor het kalibratiegas. Ga als volgt te werk:
N.B.:
Panametrics raadt een bereikkalibratiegas aan met 80 tot 100% van het bereik van het totale sensorbereik
bij een achtergrond van stikstof (bijv. 80 tot 100 PPM O
1.
Start de kalibratiegasstroom door de zuurstofcel.
2.
Lees de PPM
waarde af. Als de waarde correct is, hoeft de zuurstofcel niet opnieuw gekalibreerd te worden. Als
v
de gemeten waarde niet juist is, moet u de nieuwe bereikwaarde (x) als volgt berekenen:
waarbij
OX
= de correcte PPMv-waarde van het kalibratiegas
c
OX
= de nulwaarde in PPMv*
0
OX
= de bereikwaarde in PPMv*
1
IO
= de feitelijk gemeten waarde van het kalibratiegas in µA
c
IO
= de nulwaarde in µA*
0
x = de nieuwe bereikwaarde in µA
*Raadpleeg de kalibratie datasheet van de zuurstofcel voor de benodigde nul- en bereikwaarden.
Neem als voorbeeld de volgende kalibratiedata van de zuurstofcel:
OX
= 75 PPMv = Juiste PPM
c
OX
= 0,050 PPM
= nulwaarde in PPM
0
v
OX
= 100 PPMv = bereikwaarde in PPMv
1
IO
= 290 µA = de feitelijk gemeten waarde in µA van het kalibratiegas
c
IO
= 0,4238 µA = de nulwaarde
0
In dit geval is
de nieuwe
bereikwaarde (x)
kalibreren" op pagina 62.
moisture.IQ Handleiding
x
=
IO
c
voor het kalibratiegas
v
v
100 75
–
290
+
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
100 PPMv
387 µA. Voer de nieuwe waarde in, zoals beschreven in "De sondes
µA-waarde
in te voeren, in plaats van de volgende procedure te
in N
voor een 0-100 PPM O
2
2
OX
OX
IO
–
–
1
c
c
+
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
OX
OX
–
c
0
290 0.4238
–
=
75 0.05
–
sensor).
2
IO
0
x
Hoofdstuk 7. Onderhoud
PPM O2
83