Stand
Functie
Raak de desbetreffende virtuele toets aan
Cijfer
om een cijfer in te voeren.
Raak de desbetreffende virtuele toets aan
Symbool
om een symbool in te voeren.
Tekstinvoer met het toetsenbord
1. Raak het tekstinvoerveld aan terwijl de telefoon
geopend is.
2. Raak de gewenste toetsen aan om tekst in te
voeren.
• Raak [ ] aan om te wisselen tussen T9- en ABC-
stand.
• Raak [ ] aan om te wisselen tussen hoofdletters
en kleine letters of om naar de cijferstand te gaan.
• Raak
aan om over te schakelen naar de
symboolstand.
32
U kunt de volgende tekstinvoerstanden gebruiken:
Stand
Functie
Druk op de desbetreffende alfanumerieke
ABC
toets totdat het gewenste teken op het
scherm wordt weergegeven.
1. Druk de desbetreffende alfanumerieke
toetsen één keer in om een heel woord
in te voeren.
3. Als het woord juist wordt weergegeven,
T9
drukt u op [ ] om een spatie in te
voegen. Als niet het juiste woord wordt
weergegeven, drukt u op [0] om een
alternatief woord te selecteren.
Druk op de desbetreffende alfanumerieke
Cijfer
toets om een cijfer in te voeren.
Druk op de desbetreffende alfanumerieke
Symbool
toets om een symbool in te voeren.