Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Banden Controleren; Voorwielophanging Instellen - Toro Workman 2100 Gebruikershandleiding

Bedrijfsvoertuig
Verberg thumbnails Zie ook voor Workman 2100:
Inhoudsopgave

Advertenties

8. Zet de gaffel van de remstang vast aan de remhendel
met de gaffelpen en de R-pen die u eerder hebt
verwijderd (Fig. 31).
Opmerking: Plaats een rolkoevoet tussen de taatsas van
het gaspedaal en de rem-equalizer om de montage van de
gaffelpen te vergemakkelijken.
9. Controleer of de rem een speling van 25 tot 38-mm
heeft als er een druk van 334-445 N wordt uitgeoefend
op het rempedaal.

De banden controleren

U moet de banden minstens om de 100 bedrijfsuren
controleren. Ongelukken tijdens werkzaamheden, zoals
een botsing tegen een trottoirband, kunnen een band of
een velg beschadigen en tevens de wieluitlijning
verstoren. Daarom moet u na een ongeluk de conditie van
de banden controleren.
Controleer of de wielen stevig zijn gemonteerd. Draai de
moeren van de voor- en achterwielen vast met een torsie
van 61–88 Nm.

Voorwielophanging instellen

De rijhoogte van beide zijden van het voertuig kan
afzonderlijk worden ingesteld. De rijhoogte moet 22,2 tot
24,1 cm zijn met de volgende parameters:
• De banden moeten een spanning hebben van 83 kPa
(12 psi).
• U moet het voertuig een paar keer naar voren en
achteren laten rijden om de A-armen te ontspannen.
• Meet de rijhoogte terwijl de wielen recht naar voren zijn
gericht en een persoon met een gewicht van 79–102 kg
heeft plaatsgenomen op de bestuurdersstoel.
Opmerking: De bestuurder moet naar de meetplaats
rijden en op de stoel blijven zitten terwijl de rijhoogte
wordt gemeten.
• Meet de rijhoogte op een vlakke ondergrond vanaf de
onderkant van de voorste tong tot de grond.
1. Krik het vooreinde van het voertuig op van de grond;
zie Het voertuig opkrikken, blz. 27.
2. Verwijder de bout waarmee de speling wordt begrensd
(Fig. 32).
3. Draai de centreerbouten in de voorste "A"-arm los
(Fig. 32).
4. Verwijder de bout waarmee de rijhoogte wordt
ingesteld (Fig. 32).
2
1
Figuur 32
1. Bout waarmee de speling
wordt begrensd.
2. Centreerbout
5. Draai de voorste A–arm in de gewenste positie (zie
opmerking hieronder) en monteer de bout om de
rijhoogte in te stellen (Fig. 32).
1
Figuur 33
1. A–arm, links
Opmerking: De A–armen zijn vervaardigd van rubber en
hebben verschillende veerconstanten. Wegens de
verschillende veerconstanten worden de A–armen in de
fabriek afgesteld op basis van de desbetreffende
veerconstante. Gewoonlijk worden de stelbouten geplaatst
in gatnummer 2, 3 of 4 (Fig. 33) en zij kunnen aan de
linkerkant (de kant van de bestuurder) anders zijn
geplaatst dan aan de rechterkant (kant van de passagier).
Als de A–armen slap hangen, kunnen ze worden afgesteld
door de stelbouten in het naast hogere nummer te plaatsen
(Fig. 33). Bij elk gat verandert de afstelling bij het wiel
ongeveer 19 mm. U moet dit ook doen als u zware
werktuigen aankoppelt of vaak een zware lading vervoert.
6. Draai de bout om de rijhoogte in te stellen vast met
een torsie van 183–224 Nm.
32
2
3
m–7444
3. Bout om rijhoogte in te
stellen
m–5640

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

0725307253tc

Inhoudsopgave