Opnemen met diafragmavoorkeuze (Av)
Beschikbare diafragmawaarden (met 20× L IS objectief):
F1.6, F2.0, F2.8, F4.0, F5.6, F8.0, F11, CLOSE
1. Draai het instelwiel naar Av.
2. Selecteer het diafragma met de IRIS-regelaar.
❍ Andere instellingen zoals sluitertijd worden automatisch ingesteld.
❍ Het diafragma verandert wanneer u de belichting vergrendelt en wijzigt.
❍ Wanneer de versterking op automatisch is ingesteld, knippert op het scherm het diafragmagetal
wanneer het geselecteerde diafragma voor de opnameomstandigheid niet geschikt is. Stel in dat
geval het diafragma opnieuw in.
❍ Wanneer het ingebouwde ND-filter van een objectief is geactiveerd, kan het beeld donker worden
wanneer u een hoog F-getal kiest. Schakel in dat geval eerst het ND-filter uit en stel opnieuw het
diafragma in.
Instelwiel (POWER)
IRIS-regelaar
Ne
55