Inhoudsopgave
Advertenties
3110076 CFI 300-500 NL 20200512
5.
Opstarten en configureren
5.1
Algemeen
Het doel van deze exodraft CFI-inlineventilator is het garanderen van een betrouwbare ventilatie van een afzonderlijk
toestel of meerdere toestellen. Dit kan gebeuren aan de hand van modulatie, of door een vaste snelheid wanneer
modulatie niet vereist is. Dit wordt gerealiseerd door de ventilator te starten wanneer het toestel om warmte vraagt, en
de ventilator te stoppen wanneer aan het warmteverzoek is voldaan.
5.2
Testen van het systeem
WAARSCHUWING
1. Start de CFI niet vooraleer deze veilig op de schoorsteen gemonteerd is.
Contactgevaar met roterende onderdelen
2. Controleer of de voedingsspanning overeenstemt met de specificatie op het
motornaamplaatje.
Ga na of de rotor vrij ronddraait en niet verkeerd werd uitgelijnd bij het transport of tijdens de
installatie.
3. Schakel de stroom in en controleer of de rotor in de richting draait die wordt aangegeven
door de pijl op de zijkant van de motorbehuizing (niet van toepassing op CFI 300, 350). Alle
exodraft-ventilatoren draaien met de klok mee wanneer gezien vanaf de motorzijde.
4. Het omwisselen van twee fasen tussen de ventilator en de frequentieregelaar zal de
draairichting omkeren.
5.3
De ventilatorsnelheid aanpassen
1 Stel de ventilatorsnelheidsregelaar of de frequentieregelaar bij werking op een vaste snelheid in en wel op de snelheid
waarbij er nergens in het systeem lekken optreden.
Bij werking met een variabele snelheid is een modulatieregeling vereist. Neem contact op met uw exodraft-dealer voor
advies over ventilatorregelingen en volg de instructies uit de installatiehandleiding van de regeling op.
5.4
Het veiligheidssysteem testen
Raadpleeg de handleiding van de regeling indien er een veiligheidssysteem geïnstalleerd is.
Opstarten en configureren • 11
Advertenties
Inhoudsopgave
