De veiligheidsgordels van de 3e zitrij die niet
worden gebruikt, kunnen opgeborgen worden
om de laadruimte vrij te maken en het gebruik
van de bagageafdekking te vergemakkelijken.
Zet de haak vast op de daarvoor bestemde plek
op het paneel van de achterstijl.
Hoogteverstelling
F Druk op de knop van het bovenste
bevestigingspunt van de veiligheidsgordel
en verschuif het geheel aan de zijde van de
bestuuurdersstoel en aan de zijde van de
individuele passagiersstoel.
De hoogte van de
veiligheidsgordel voor de
middelste stoel van de voorbank
kan niet worden versteld.
Vastmaken
F Trek aan de gordel en steek de gesp in de
gordelsluiting.
F Controleer of de gordel goed is
vastgemaakt door even aan de riem te
trekken.
Losmaken
F Druk op de rode knop van de gordelsluiting.
Waarschuwingslampje
veiligheidsgordel(s) niet vastgemaakt
Als de bestuurder of een passagier
voorin zijn veiligheidsgordel niet heeft
vastgemaakt, gaat bij het starten van
de motor dit lampje branden.
De voorpassagiersstoel
kan zijn uitgerust met een
aanwezigheidssensor. In dat geval
dient u geen zware voorwerpen
op deze stoel te plaatsen, want
hierdoor kan de waarschuwing
geactiveerd worden.
Veiligheid
5
83