6.1 Functies
Softstart/softstop
●
Door langzaam te starten en te stoppen wordt het mechaniek
van de bandoproller en de band ontzien.
Obstakelherkenning
●
Als het rolluik bij het afrollen een obstakel raakt, wordt de
Bandoproller RolloTron inbouw montage pure DECT uitgescha-
keld. Nu kan het rolluik niet meer in dezelfde bewegingsrich-
ting worden bediend.
> > Beweeg de Bandoproller RolloTron inbouw montage
pure DECT in tegenovergestelde richting en
verwijder het obstakel. Nu kan het rolluik weer in de
oorspronkelijke bewegingsrichting worden bewogen.
Bij uitval van de obstakelherkenning bestaat
er verwondingsgevaar.
De band moet zo gelijkmatig mogelijk
●
opgerold zijn voor een veilige werking
van de obstakelherkenning.
Let erop dat de band na activering van de
●
obstakelherkenning weer recht en gelijkmatig
wordt afgewikkeld wanneer het rolluik wordt
gebruikt.
Blokkeerherkenning/overstroombeveiliging
●
Als de aandrijving bij het openen van het rolluik blokkeert
(bijv. door bevriezing), wordt de bandoproller uitgeschakeld.
> > Hef allereerst de oorzaak van de overbelasting op.
> > Nu kan het rolluik weer in beide bewegingsrichtingen
worden bewogen.
Handmatige bediening ter plaatse of via het
●
DECT-basisstation (FRITZ!Box)
> > Instellen van de eindposities
> > Handmatige besturing (Omhoog / Omlaag / Stop)
> > Favoriete positie instellen en naar favoriete positie
bewegen
> > Fabrieksinstellingen laden
12