• Auto: Als u op dit beeldscherm een controller aansluit die compatibel is met de
norm OPS (Open Pluggable Specification), wordt de OPS-controller ingesteld
voor bediening van de touchfunctie. Anders wordt de pc die is aangesloten op de
USB Type-B For Touch-poort ingesteld voor bediening van de touchfunctie.
• USB: Stelt de pc die is aangesloten op de USB Type-B For Touch-poort in voor
Instelling
bediening van de touchfunctie.
Touch Con-
• Computer In: Stelt de OPS-controller (Open Pluggable Specification) in voor
trol
bediening van de touchfunctie.
Opmerking
Computer In is alleen beschikbaar als op dit beeldscherm een controller is
aangesloten die compatibel is met de norm OPS (Open Pluggable Specification).
Wijst een ID-nummer toe aan het huidige apparaat als er meerdere beeldschermen
zijn aangesloten.
Monitor ID
instellen
Opmerking
Bedoeld voor de RS-232C besturingsmodus.
• Auto zoeken: Indien in gesteld op Aan, detecteert het beeldscherm automatisch
de beschikbare ingangssignalen.
Opmerking
Als u op dit beeldscherm een controller aansluit die compatibel is met de norm
OPS (Open Pluggable Specification), wordt Auto zoeken ingesteld op Aan.
• Auto instelling: Stelt in of het beeld wordt geoptimaliseerd voor elke VGA-
ingang.
• Overscan: Verandert het weergavegebied van het beeld. Als deze functie wordt
ingeschakeld, wordt 96% van de oorspronkelijke beeldgrootte weergegeven. De
rest van het beeld wordt weggeknipt.
- Aan: Schakelt de functie Overscan in voor videotiming
- Uit: Schakelt de functie Overscan uit.
Geavan-
Opmerking
ceerd
De functie Overscan is niet beschikbaar (grijs gemaakt) als:
•De functie Touch functie in het menu Beeldscherm is ingeschakeld, of
•De functie PAP in het menu Beeldscherm is ingeschakeld.
• OSD Info Box: Indien ingesteld op Aan, worden bij het schakelen tussen
ingangssignalen of het veranderen van de timing, het huidige ingangssignaal en
de resolutie op het scherm getoond. Selecteer Uit om het informatievak alleen op
het scherm te tonen als u op INFO op de afstandsbediening drukt.
• Adaptive Contrast: Schakelt de functie Adaptive Contrast in of uit. Deze
functie verbetert het contrast van het beeld voor donkere scènes.
• DisplayPort: Selecteer 1.1 als u een apparaat met DisplayPort versie 1.1
aansluit op de DisplayPort Input-aansluiting. Selecteer 1.2 als u een apparaat
met DisplayPort versie 1.2 aansluit.
Toont de volgende informatie over het apparaat.
• Model naam
Informatie
• Bedrijfsduur
• Software versie
Alles
Herstelt de standaardinstelling van alle opties.
resetten
4. Het On-Screen-Display-menu
21