Radiografische parameters
U kunt de volgende radiografische parameters instellen:
Afbeelding 23: Radiografische parameters
Gebruik de OMHOOG- of OMLAAG-pijltjes om de radiografische parameters
stap-voor-stap te verhogen of te verlagen. De waarden gaan stapsgewijs
omhoog of omlaag telkens wanneer de betreffende knop wordt aangeraakt.
• kVp: geeft de radiografische kVp-waarde (röntgenbuisspanning) aan die
voor de parameters is geselecteerd.
• mAs staat voor:
• De radiografische mAs-waarde die voor de parameter is geselecteerd.
• De max mAs voor een met de AEC uitgevoerde belichting. Op basis van
de max mAs en de mA-instelling moet de generator zijn maximale
belichtingstijd beperken. Röntgenstralen buiten deze limieten zijn
NIET toegestaan. De hoogst toegestane instelling voor max mAs is
afhankelijk van de mA.
• Wanneer een belichting plaatsvindt, wordt aan het einde van de
belichting de actuele mAs-waarde weergegeven.
• mA: geeft de radiografische mA-waarde (stroomsterkte) aan die voor de
parameter is geselecteerd. De focuspunt-selectie wordt automatisch
gewijzigd als de mA-waarde het van toepassing zijnde bereik overschrijdt.
• ms staat voor:
• De tijdsduur (in milliseconden) die voor de parameter is geselecteerd.
• Wanneer een belichting plaatsvindt, wordt aan het einde van de
belichting de eigenlijke tijdsduur weergegeven.
• Max ms: geeft de maximale belichtingstijd die is toegestaan bij gebruik
van de DR-detector (550 ms of 1000 ms). Op basis hiervan moet de
generator zijn maximale belichtingstijd beperken. Röntgenstralen buiten
het integratietijdslot van de DR-detector zijn NIET toegestaan. Dit betekent
DX-D 300 | De DX-D-softwareconsole bedienen | 87
0172G NL 20230627 1651