Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bedrading Naar Stuurklemmen; Mechanische Rembesturing - Danfoss VLT Midi Drive FC 280 Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT Midi Drive FC 280:
Inhoudsopgave

Advertenties

Elektrische installatie
Klem
Parameter
Parametergroep
68 (+)
8-3*
Parametergroep
69 (-)
8-3*
Relais
01, 02, 03
5-40
Tabel 4.2 Beschrijving klemmen – Seriële communicatie

4.8.2 Bedrading naar stuurklemmen

Stuurklemwartels kunnen uit de frequentieregelaar worden
getrokken. Dit vereenvoudigt het installeren, zoals te zien
is in Afbeelding 4.8.
Zie hoofdstuk 6 Safe Torque Off (STO) voor meer informatie
over STO-bedrading.
LET OP
Houd stuurkabels zo kort mogelijk en gescheiden van
hoogvermogenkabels om interferentie te minimaliseren.
1.
Draai de schroeven voor de klemmen los.
2.
Steek de stuurkabels inclusief mantel in de
sleuven.
3.
Draai de schroeven voor de klemmen vast.
4.
Verzeker u ervan dat de kabel stevig in het
contact is geklemd. Loszittende stuurkabels
kunnen storingen in de apparatuur of een
suboptimale werking tot gevolg hebben.
Zie hoofdstuk 9.5 Kabelspecificaties voor stuurkabelgroottes
en hoofdstuk 7 Toepassingsvoorbeelden voor typische
stuurkabelaansluitingen.
MG07A110
Bedieningshandleiding
Standaardin-
Beschrijving
stelling
RS485-interface.
Er is een
stuurkaartscha-
kelaar aanwezig
voor gebruik als
afsluitweerstand.
C-form relais-
uitgang. De
exacte positie
van deze relais
hangt af van de
configuratie en
het vermogen
[9] Alarm
van de frequen-
tieregelaar. Te
gebruiken voor
AC- en DC-
spanning en
resistieve of
inductieve
belastingen.
Danfoss A/S © 11/2015 Alle rechten voorbehouden.
4.8.3 Motorwerking mogelijk maken (klem
27)
Er is een jumperkabel vereist tussen klem 12 (of 13) en
klem 27 om de frequentieregelaar te laten werken op basis
van de in de fabriek ingestelde programmeerwaarden.
Digitale ingangsklem 27 is ontworpen om een
extern vergrendelingssignaal van 24 V DC te
ontvangen.
Wanneer geen vergrendelingsapparaat wordt
gebruikt, moet u een jumper aansluiten tussen
stuurklem 12 (aanbevolen) of 13 en klem 27. De
jumper zorgt voor een intern 24 V-signaal op
klem 27.
Alleen voor GLCP: wanneer de statusregel onder
aan het LCP de tekst AUTO EXTERN VRIJLOOP
weergeeft, betekent dit dat de eenheid
bedrijfsklaar is, maar dat er een ingangssignaal op
klem 27 ontbreekt.
LET OP
STARTEN NIET MOGELIJK
De frequentieregelaar kan niet werken zonder een
signaal op klem 27, tenzij klem 27 opnieuw is
geprogrammeerd.

4.8.4 Mechanische rembesturing

Bij hijs-/daaltoepassingen moet een elektromechanische
rem kunnen worden bestuurd.
De rem wordt bediend met behulp van een
relaisuitgang of een digitale uitgang (klem 27).
De uitgang moet gesloten blijven (spanningsvrij)
gedurende de periode dat de frequentieregelaar
de motor niet in stilstand kan houden,
bijvoorbeeld wanneer de belasting te groot is.
Selecteer [32] Mech brake ctrl in parametergroep
5-4* Relays voor toepassingen met een elektrome-
chanische rem.
De rem wordt vrijgegeven als de motorstroom
hoger is dan de in parameter 2-20 Stroom bij
vrijgave rem ingestelde waarde.
De rem wordt ingeschakeld wanneer de uitgangs-
frequentie lager is dan de in
parameter 2-22 Snelheid activering rem [Hz]
ingestelde waarde, en alleen als de frequentiere-
gelaar een stopcommando uitvoert.
Als de frequentieregelaar zich in de alarmmodus of een
overspanningssituatie bevindt, wordt de mechanische rem
onmiddellijk gesloten.
4
4
17

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave