4.
Gebruiksaanwijzing apparaat
4.1
Interface en knopbeschrijving instellen
4.2
Het apparaat in- en uitschakelen
1.
Druk op de Hoofdknop om het apparaat AAN te zetten. Het apparaat gaat in stand-by.
Het scherm toont de stand-by interface van het laatst gebruikte programma. Bijvoorbeeld:
2.
Druk op de Main-knop om de motor te starten vanuit de stand-bystand.
Het scherm toont de werkinterface volgens het gebruikte programma. Bijvoorbeeld:
3.
Druk nogmaals op de knop Main om de motor te stoppen. Het apparaat gaat terug naar de
stand-bymodus.
4.
Om het apparaat uit te schakelen, houdt u de knop Setting "P" ingedrukt en drukt u op de
c. Apicaal foramen (AP)
Het digitale getal "00" (b) geeft aan dat de file het apicale foramen heeft
bereikt. De digitale getallen "-1" en "-2" (b) geven aan dat de file het apicale
foramen is gepasseerd.
Apex locator Bedieningsinterface (EAL-modus)
a. Gebruikersprogramma (M0-M9)
b. Batterijniveau
c. Aanduidingsbalk voor bestandspositie
d. Apicaal referentiepunt
e. Werkingsmodus motor
Hoofdknop
Beeldscherm
Instelknop "P"
Knop aanpassen "-"
Knop aanpassen "+"
12