Papiervarianten definiëren, invoerladen programmeren en papier plaatsen
Opdracht programmeren op de DocuSP-controller met 1-zijdige tabbladen
X er o x N u v er a D i gi ta a l P r o du c ti e s y s te e m P ap i er ha nd l e id i ng
1. Op de interface van de pers het tabbladpapier aan de
papierbibliotheek toevoegen.
De verpakking van het tabbladpapier raadplegen voor meer
informatie. De volgende waarden gebruiken voor deze
papierkenmerken:
•
Papiersoort = voorgesneden tabbladen
•
Volgorde = het aantal tabbladen in een serie
•
Voor de tabbladgeleider A4/11":
•
Breedte = 9 inch (korte afmeting A4-tabblad)
•
Hoogte = 11 inch (lange afmeting A4-tabblad)
•
Voor de tabbladgeleider A5/5.5":
•
Breedte = 6 inch (korte afmeting A5-tabblad)
•
Hoogte = 8,5 inch (lange afmeting A5-tabblad)
2. Tabbladen aan een invoerlade toewijzen met een
geïnstalleerde tabbladgeleider en de tabbladen in de lade
plaatsen. Rechte sets tabbladen plaatsen wanneer op 1-
zijdige tabbladen wordt afgedrukt.
3. Wijs het papier met het formaat 8,5 x 11 inch (A4) of 8,5 x 5,5
inch (A5) voor de normale vellen toe aan een andere
papierlade en plaats het papier.
1. Ga naar de vorige procedure, "Papiervarianten definiëren,
invoerladen programmeren en papier plaatsen" en voer de
benodigde stappen uit
2. Op de DocuSP-controller een nieuwe printerwachtrij
aanmaken voor opdrachten met tabbladen. De volgende
waarden gebruiken voor deze wachtrijkenmerken:
•
Naam wachtrij = beschrijvende naam (bijvoorbeeld:
Tabblad_afdrukken)
•
Bestemming = [Afdrukken] met [Onderdrukken] of
[Afdrukken en opslaan] met [Onderdrukken] indien de
opdracht twee of meer malen wordt uitgevoerd.
BELANGRIJK: Indien [Afdrukken en opslaan] wordt
geselecteerd, kan de opdracht zo vaak als nodig is worden
uitgevoerd zonder de speciale pagina's opnieuw te
programmeren.
•
Afleveringsinstellingen: Volgorde = [1-N (oplopend)] met
[Onderdrukken]
•
Afleveringsinstellingen: Aflevering = [Beeldzijde omlaag] met
[Onderdrukken]
A f d r uk k e n m et ta b bl a de n
B-3