2. Werken met de hulpstukken
Toepassing: raspt en snijdt rauwe en gekookte groenten (als
te groot voor de vulopening dan eerst halveren), fruit, kaas, enz.
Plaats inzetstuk (B) in de schaal (A).
Ervoor zorgend, dat de 4 uitsparingen van het inzetstuk
overeenkomen met de 4 rillen van de schaal (afb.J )
Monteer het gewenste hulpstuk (I) in de opening van houder (D),
overtuig u ervan dat het hulpstukje (I) op de juiste wijze in de
hou der is gemonteerd (klik-geluid). Zet de houder op de stift
van inzetstuk (B).
Opgepast, de hulpstukjes zijn scherp en moeten dus
voorzichtig gemanipuleerd worden. De hulpstukjes buiten
bereik van kinderen houden.
Sluit de schaal (A) met de aandrijfeenheid (E).
Zet de
op de aandrijfas (F), doe het voedsel in de opvult-
rechter (G) en schakel de
Tip: Het resultaat is beter, als de trechter over de gehele breedte
gevuld is.
Belangrijk: Druk niet te hard op het aandrukstuk (H) in de vult -
rech ter, de druk van een vinger is voldoende, dit verlengd tevens
de levensduur van uw
Tijdens het raspen/snijden niet met de vingers of harde
voor -wer pen in de vultrechter komen (G).
Het gepatenteerde inzetstuk (B) maakt het gemakkelijk het
klaargemaakte voedsel uit de schaal te nemen (afb. K).
14
(I)
in op stand 2.
.