Macro-stand
De macro-stand wordt gebruikt voor het maken van opnamen van heel dichtbij (tot
4 cm van het onderwerp). Denk er wel aan dat de flitser onderwerpen op minder dan
50 cm afstand mogelijk niet geheel kan uitlichten.
1
Druk op p (macro-stand) van de draaibare
multi-selector.
Het menu voor de macro-stand wordt weergegeven.
2
Gebruik de draaibare multi-selector om ON te
selecteren en druk vervolgens op de knop k.
Het pictogram voor de macro-stand (F) verschijnt.
Als u niet binnen enkele seconden op de knop k drukt om
een instelling toe te passen, wordt de selectie geannuleerd.
3
Draai aan de zoomknop tot aan de zoompositie
waarbij F en de zoomaanduiding groen
oplichten.
De dichtste afstand waarop de camera kan scherpstellen, is
afhankelijk van de zoomstand.
Als de zoom in een stand staat waarbij F en de zoomaanduiding groen oplichten (links van
G), kan de camera scherpstellen op onderwerpen die niet meer dan 11 cm van het objectief
zijn verwijderd. In de maximale groothoekstand kan de camera scherpstellen op onderwerpen
die zich niet meer 4 cm van het objectief bevinden.
C
Autofocus
Wanneer de stand A (auto) wordt gebruikt en Autofocus-stand (A 60) is ingesteld op Fulltime-AF, stelt
de camera continu scherp tot de ontspanknop half wordt ingedrukt om de scherpstelling te vergrendelen.
Daarom hoort u het geluid van de bewegingen van het objectief.
Wanneer andere opnamestanden worden gebruikt, wordt Fulltime-AF automatisch ingeschakeld als de
macro-stand wordt ingeschakeld.
C
Instelling macro-stand
De stand A (auto) en de continu-opnamestand delen dezelfde instelling voor macro-stand. Wanneer de
opnamestand in de stand A (auto) of in de continu-opnamestand staat, wordt de instelling voor de
macro-stand opgeslagen in het geheugen van de camera zelfs als de camera is uitgeschakeld.
Macro -stand
39