7.7 Informatie over de installateur
Op het tabblad Installateur kan in een tekstveld informatie over de installateur worden inge-
voerd en opgeslagen. Wordt een nieuw project gemaakt, dan wordt deze informatie aan het
project toegevoegd en bijv. in de documentatie afgedrukt (zie hoofdstuk 16.2. Informatie over
het project beheren).
7.8 Netwerkinstellingen - LAN-parameters
Voor de eerste inbedrijfname van de eNet-server is een directe aansluiting van de Client via
LAN op de eNet-server nodig (Peer-to-Peer-verbinding). Bij aflevering zijn de IP-parameters van
de eNet-server voor de eerste inbedrijfname vooraf ingesteld, d.w.z. er is een vast IP-adres en
het subnetmasker van de eNet-server opgeslagen (zie hoofdstuk 4.3. Netwerkverbinding via
LAN).
Na de eerste inbedrijfname van de eNet-server kan de eNet-server zo worden geconfigureerd
dat een verbinding via WLAN kan plaatsvinden en bijvoorbeeld communicatie via een router
met geïntegreerde DHCP-server mogelijk is (zie hoofdstuk 4.4. Netwerkverbinding via WLAN).
7.8.1 Vast IP-adres en DNS-server
Vast IP-adres
Bij aflevering is in de eNet-server de instelling "Vaste IP" gekozen en het IP-adres, subnetmas-
ker en standaardgateway van de eNet-server opgeslagen, zie tabel.
IP-parameter
IP-adres
Subnetmasker
Standaard gateway
Best. nr. 5301 00
Afbeelding 22: Netwerkinstellingen LAN
Uitleveringstoestand
192.168.0.22
255.255.255.0
192.168.0.1
Configuratiebeheer
Pagina 31 van 142