REMKO ELT 3-2 T
Veiligheidsinstructies
Bij het gebruik van de apparaten moeten in principe altijd de desbetreffende
plaatselijke bouw- en brandveiligheidsvoorschriften evenals de voorschriften
van de ongevallenverzekering in acht worden genomen.
De apparaten zijn vóór levering
onderworpen aan uitgebreide
controles op materiaal, werking,
en kwaliteit. Desondanks kunnen
de apparaten gevaren opleveren
als ze door niet-geïnstrueerde
personen ondeskundig of niet volgens
de voorschriften worden gebruikt!
De volgende instructies in acht nemen
De met de bediening van
■
de apparaten belaste personen
moeten de apparaten voor aanvang
van de werkzaamheden op zichtbare
gebreken op de bedienings-
en veiligheidsvoorzieningen
alsook op de aanwezigheid
en het functioneren van
de veiligheidsinrichtingen
Als gebreken worden
vastgesteld, moet
de toezichthouder hiervan
op de hoogte worden gesteld!
Bij defecten die
■
de bedrijfszekerheid van
de apparaten in gevaar brengen,
dienen de betreffende apparaten
buiten bedrijf te worden gesteld
Bij het gebruik van de apparaten
■
moeten de desbetreffende
plaatselijke voorschriften alsook
de overeenkomstige elektrische
veiligheidsmaatregelen in acht
worden genomen
De veiligheidsafstanden tot
■
brandbare voorwerpen altijd
in acht nemen
Er moet altijd sprake zijn
■
van een vrije luchtaanzuiging
en luchtuitvoer
De luchtuitvoer mag niet nauwer
■
worden gemaakt of van buizen
of slangen worden voorzien
4
Nooit vreemde voorwerpen in
■
de apparaten steken
De apparaten mogen tijdens het
■
gebruik niet worden afgedekt
Veiligheidsinrichtingen mogen
■
niet worden overbrugd
of geblokkeerd
De apparaten mogen niet
■
in de directe omgeving van
badkuipen, douches, zwembaden
enz. worden gebruikt
De apparaten mogen niet direct
■
onder een wandcontactdoos
worden gebruikt
De apparaten mogen niet
■
worden blootgesteld aan directe
waterstralen
bijv. hogedrukreiniger enz.
Nooit water in het apparaat laten
■
binnendringen
De apparaten mogen
■
nooit in een brand-
en explosiegevaarlijke omgeving
worden gebruikt
De apparaten mogen niet
■
in een olie-, zwavel- of
zouthoudende omgeving
worden opgesteld en gebruikt
Alle elektrische kabels van
■
de apparaten moeten worden
beschermd tegen beschadiging,
bijv. door dieren
LET OP
!
Veiligheidsinrichtingen mogen
niet worden overbrugd
of worden geblokkeerd.
Beschrijving van het apparaat
De apparaten zijn ter
plaatse gewijzigde elektro-
verwarmingsautomaten voor
commercieel gebruik.
De apparaten worden uitsluitend
gebruikt met elektrische energie
en zijn ontworpen voor een
volledig automatisch, universeel
en probleemloos gebruik.
De apparaten zijn voorzien van
speciaal ingekapselde elektrische
verwarmingsweerstanden,
geluids- en onderhoudsarme
axiale ventilatoren, veiligheids-
en nakoelthermostaten,
ingebouwde kamerthermostaten
en netkabels met
veiligheidsstekkers.
De apparaten voldoen aan
de fundamentele veiligheids-
en gezondheidseisen van
de betreffende EU-bepalingen.
De apparaten zijn veilig in
het gebruik en gemakkelijk
te bedienen.
De apparaten worden onder meer
gebruikt voor:
het drogen van nieuwbouw
■
puntverwarmen van
■
werkplekken in de buitenlucht
of in niet brandgevaarlijke
hallen en fabrieksruimtes
het tijdelijk of permanent
■
verwarmen van ruimtes
het ontijzen van machines,
■
voertuigen en niet
brandbare opslaggoederen,
met in acht neming van
de overeenkomstige
veiligheidsafstanden