• Dompel het apparaat in geen geval onder in water voor reinigingsdoeleinden. Anders kan dit een
elektrische schok of brand tot gevolg hebben.
VOORZICHTIG:
• Gebruik geen harde borstel of schurende voorwerpen.
• Gebruik geen zure of schurende reinigingsmiddelen.
• Reinig het oppervlak van voedselresten wanneer het nog warm is met een vochtige doek of tissue.
• Was de knoppen met een zachte spons en wat water en veeg ze daarna droog met een zachte
doek.
• Reinigingsmiddel voor oppervlakken: Bij hardnekkige, ingebrande resten kun je geschikte
reinigingsmiddelen gebruiken die verkrijgbaar zijn bij speciale afbeeldingen in warenhuizen.
• Reinig de behuizing na gebruik met een licht vochtige doek.
• Zorg ervoor dat er geen vloeistof in de openingen van de behuizing komt. Dit kan het apparaat
beschadigen of resulteren in een elektrische schok.
OPSLAG
• Berg het apparaat pas op als deze schoon en afgekoeld is.
• Wanneer deze langere tijd niet gebruikt wordt, raden wij aan het apparaat in de originele
verpakking op te bergen.
• Bewaar het apparaat altijd op een goed geventileerde en droge plaats buiten het bereik van
kinderen.
VOORZICHTIG: Gevaar voor beschadiging!
Houd er rekening mee dat het oppervlak kan worden beschadigd door zware of vallende
voorwerpen.
FOUTMELDINGEN
Tijdens bedrijf kunnen de volgende foutmeldingen worden weergegeven:
Foutmelding
Waarschuwingssignaal E0
Waarschuwingssignaal E1
Waarschuwingssignaal E2
Waarschuwingssignaal E3
CONTROLEREN
controleer of de geschikte pot is gebruikt
controleer of de pan op de kookplaat staat
controleer of de spanning te laag is
controleer of het stopcontact los zit
controleer of de spanning te hoog is
controleer of korstsluiting of fout circuit in de
plaatsonde optreedt