1. Snel aan de slag
Netwerkinstellingen configureren
In dit onderdeel wordt beschreven hoe de vereiste instellingen dienen te worden geconfigureerd als u
het apparaat op een netwerk wilt gebruiken.
De IP-adresinstellingen configureren
De procedure om de netwerkinstellingen te configureren varieert afhankelijk van of het IP-adres
automatisch door het netwerk (DHCP) wordt toegewezen of dat dit handmatig gebeurt.
• U kunt op de [Escape]-knop drukken om terug te gaan naar het vorige niveau in de menustructuur.
• Als uw netwerkomgeving een bepaalde verzendsnelheid nodig heeft die niet automatisch wordt
gedetecteerd, stel de verzendsnelheid dan in via [Ethernetsnelheid] onder [Netwerkinstellingen].
• Configureer eerst de IP-adresinstelling en installeer vervolgens het stuurprogramma. Zie de
Installatiehandleiding stuurprogramma voor meer informatie over het installeren van het
stuurprogramma.
• Voor meer informatie over het afdrukken van de configuratiepagina, zie Pag. 90 "Menu Lijst/
Proefafdruk".
Automatisch een IPv4-adres laten ophalen
• Alleen met een DHCP-server op het netwerk kan het apparaat automatisch een IPv4-adres
ophalen.
1.
Zet het apparaat aan.
2.
Druk op de [Menu]-knop.
3.
Druk op [ ] of [ ] om [Host-interface] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop.
30
CER408