1
Banden op juiste spanning
brengen
Geen onderdelen vereist
Procedure
De banden worden in de fabriek opzettelijk te hard
opgepompt. U moet daarom voor gebruik wat lucht
laten ontsnappen om de luchtdruk te verminderen. De
voor- en achterbanden moeten een spanning hebben
van 0,83-1,03 bar.
Belangrijk:
Zorg ervoor dat alle banden steeds
de juiste bandenspanning hebben zodat er een
gelijkmatig contact met de grasmat is.
2
De bedieningsarm afstellen
Geen onderdelen vereist
Procedure
U kunt de bedieningsarm zo afstellen dat u deze
comfortabel kunt gebruiken.
1.
Draai de 2 bouten los waarmee de
bedieningsarm is vastgezet aan de
bevestigingsbeugel
(Figuur
2).
1. Bedieningsarm
2. Bevestigingsbeugels
2.
Draai de bedieningsarm in de gewenste stand
en zet de 2 bouten weer vast.
14
Figuur 2
3. Bout
g004152